Vaten quiz

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Vaten quiz

om in te komen:
Arteriën zijn 1, Vena zijn 2

1. 1 aderen 2 slagaderen
2. 1 slagaderen 2 aderen
3. 1 slagaderen 2 hartkamers
4. 1 aderen 2 kleine aderen

De ______ hebben kleppen aan de binnenzijde

1. Vena
2. Arteriën
3. Zenuwen
4. Bloedcellen

Deze kleppen zorgen er voor dat

1. Het bloed warm blijft
2. Het bloed heen en weer kan
3. Het bloed niet terug loopt
4. je ziet waar je een infuus moet prikken

De intima bastaat uit

1. Epitheel
2. Exotheel
3. Endotheel
4. Ondetheel

Een carrotisstenose is een vernauwing van de _______ (enkelvoud)

Wanneer iemand een of meerdere TIA's heeft gehad, is soms een operatie aan een bloedvat nodig. Welke operatie het meest voor de hand liggend?

1. femoro-popliteale bypass
2. femoro-femorale bypass
3. Aorta desobstructie
4. carotisdesobstructie

Bij een electieve AAA operatie is er sprake van een gescheurde aorta

1. Waar
2. Niet waar

Een EVAR is 1______ ingreep aan 2______

1. 1 minimaal invasie 2 een Aneurysma
2. 1 invasie 2 een Aneurysma
3. 1 orthopedische ingreep 2 een Enkel
4. 1 technische 2 de binnenzijde

wat is een embolie?

1. Trombose
2. Een bloedvat afsluiting die ter plekke onstaat
3. Een bloedvat afsluiting die ergens anders is ontstaan.
4. Alle antwoorden zijn mogelijk

Wanneer weefsel slecht doorbloed wordt is er een hoge kans op

1. Necrose
2. Stenose
3. Prognose
4. Diagnose

Pijn die na een amputatie gevoeld kan worden heet:

1. Infantpijn
2. Amputatiepijn
3. Wegpijn
4. Fantoompijn

Als het been boven de knie is geamputeerd bestaat de kans op het ontstaan van een contractuur in het heupgewricht. Om dit te voorkomen moet de zorgvrager dagelijks

1. twee of drie keer op zijn buik gaan liggen
2. twee of drie keer trap lopen
3. Laxeren om persen te voorkomen
4. een stuk te fietsen

op welk plaatje zie je een duplex onderzoek?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke valt NIET onder preoperatieve zorg

1. Anamnese
2. Bloedscreening
3. Laxeren
4. Wondcontrole

Bij vaatchirurgie moet antistolling "altijd" gestopt worden

1. Waar, te veel risco op bloeding tijdens de operatie
2. Niet waar, teveel risico op trombose na de operatie
3. Waar, te veel risico op hartinfarct na de operatie
4. Niet waar, volledig afhankelijk van type medicatie en ingreep

De specifieke postoperatieve zorg na operaties aan de aders en slagaders is

1. afhankelijk van het tijdstip van de operatie
2. bij elke vaatchirurgie hetzelfde
3. afhankelijk van de uitgevoerde ingreep
4. Er is geen specifieke postoperatieve zorg bij vaatchirurgie

Bij vaat chirurgie aan de benen maag de patiënt

1. minimaal 1 week niet mobiliseren ivm hechtingen
2. meestal de eerste dag na de operatie mobiliseren voor betere doorbloeding
3. Thuis weer mobiliseren om de wonden tijd te geven te helen
4. Mobiliseren bij een bloeddruk boven de 110/70

compartimentsyndroom komt meestal voor in

1. Het bovenbeen
2. Het onderbeen
3. Het ziekenhuis
4. de MRI scan

na de aanleg van een dialyseshunt mag je geen

1. Bloeddruk meten aan die arm
2. Bloeddruk meten aan de andere arm
3. Bloeddruk meer meten op het lichaam
4. Je mag overal bloeddruk meten, dit is achterhaalt

Na een AAA operatie kan de buikwond open spingen, dat heet een:

1. Spletbuik
2. Platzbauch
3. Flatstummy
4. Klapnavel