feESTTENTEN regel

feESTENTEN regel
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

feESTENTEN regel

Slide 1 - Tekstslide

- Regelmatige werkwoorden (Herhaling)
- Voorbereiding mondeling (Mondeling vandaag?)
- Proeftoets 

Slide 2 - Tekstslide

feesttenten regel

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Feesttenten-regel

Slide 5 - Tekstslide

spielen
FE
ich spielE
du spielST
er/sie/es spielT
wir spielEN
ihr spielT
sie/Sie spielEN

Slide 6 - Tekstslide

Hoe gebruik je de regel?
1. Wat is de stam van het werkwoord?
2. Welk persoonlijkvoornaamwoord staat in de zin?
3. Regel ''feesttenten'' toepassen.
ich spiele Fussball. 

Slide 7 - Tekstslide

Ich spiel..
A
spiele
B
spielen
C
spielst
D
spielt

Slide 8 - Quizvraag

Wir spiel..
A
spiele
B
spielen
C
spielt
D
spielst

Slide 9 - Quizvraag

zijn er nog onduidelijkheden?
zo nee, dan gaan we quizennnnnnnnn

Slide 10 - Tekstslide

Wo wohn.. du?
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen

Slide 11 - Quizvraag

Du spiel.. mit mir.
A
spiele
B
spielt
C
spielen
D
spielst

Slide 12 - Quizvraag

Wir leb... zusammen.
A
lebe
B
lebst
C
lebt
D
leben

Slide 13 - Quizvraag

Er lach.. schon wieder.
A
lache
B
lachst
C
lacht
D
lachen

Slide 14 - Quizvraag

Ich kauf.. neue Kleidung.
A
kaufe
B
kauft
C
kaufst
D
kaufen

Slide 15 - Quizvraag

Ihr spiel.. mit dem Auto.
A
spiele
B
spielst
C
spielt
D
spielen

Slide 16 - Quizvraag

vul in: Ich ……… [spielen] zusammen.

Slide 17 - Open vraag

Er wohn.. hier.
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen

Slide 18 - Quizvraag

Ich koch.. ein Ei.
A
koche
B
kochst
C
kocht
D
kochen

Slide 19 - Quizvraag

Wir mach.. viel zusammen.
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 20 - Quizvraag

Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 21 - Tekstslide