B1I H1 spelling: hoofdletters en leestekens
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer zet ik hoofdletters?
Slide 2 - Woordweb
Welke leestekens zijn er?
Slide 3 - Woordweb
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
het Noorden
B
het noorden
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
palestijn
B
Palestijn
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
het Raadhuisplein
B
het raadhuisplein
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
middeleeuwen
B
Middeleeuwen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
mevrouw Van Velzen
B
mevrouw van Velzen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Mensen raakten gewond
B
mensen raakten gewond
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Deze winter sneeuwt het veel
B
Deze Winter sneeuwt het veel
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Geachte Redactie
B
Geachte redactie
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
de heer A. van der Ster
B
de heer A. Van der Ster
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Zondag
B
zondag
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Kinderopvang de Parade
B
Kinderopvang De Parade
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
groningse
B
Groningse
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Dat is gaaf.
B
Dat is gaaf!
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Hij liep naar school en dronk van zijn fles.
B
Hij liep naar school, en dronk van zijn fles.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Elena mocht door nadat ze de beker had gewonnen.
B
Elena mocht door, nadat ze de beker had gewonnen.
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Wil je de pindakaas geven?
B
Wil je de Pindakaas geven?
