Zuren en zure oplossingen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zuren en zure oplossingen
Leerdoelen
  • Je leert wat de chemische eigenschappen zijn van zuren.
  • Je leert een aantal bekende zuren kennen.
  • Je leert het verschil kennen tussen sterke en zwakke zuren (notatie!)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Zuur-base reacties:
  • Het zuur staat een H+ af aan de base.
  • Als je moet uitleggen of iets een zuur-base reactie is moet je altijd laten zien waar de H+ -overdacht plaatsvindt.

Slide 3 - Tekstslide


Slide 4 - Open vraag

Herhaling koolstofchemie
Ethaan
Eth = 2 C
-aan = enkele bindingen tussen C's
Binas 66CD
Ethaanzuur
zuur = COOH-groep
Molecuulformule ethaanzuur = CH3COOH

Slide 5 - Tekstslide

Geef de naam van het molecuul.

Slide 6 - Open vraag

Zuren
  • Een zuur is een deeltje wat één of meerdere H+ ionen kan afstaan aan een base. (H+ donor) .
  • In  water ontstaat het oxoniumion, H3O+, doordat de H+ ionen binden aan watermoleculen. Water reageert dan eigenlijk als Base. (op de Havo gebruiken we H+)
  • Hoe meer H3O+ in oplossing, hoe zuurder de oplossing (dus hoe lager de pH).
  • Bij een alkaanzuur, wordt de H+ van de zuurgroep afgestaan.

Slide 7 - Tekstslide

Zuren in water (ionisatie) 
  • Zoutzuur = oplossing van waterstofchloride in water (Binas 66A):
HCl + H2O -> H3O+ + Cl-

  • Zwavelzuur in water (Binas 66B):
H2SO4 + 2 H2O -> 2 H3O+ + SO42-

  • Azijnzuur (ethaanzuur, Binas 66A) in water: 
CH3COOH + H2O < -> H3O+ + CH3COO

Slide 8 - Tekstslide

Geef de vergelijking van mierenzuur in water. Gebruik Binas 66A/D (en evt. 49).

Slide 9 - Open vraag

sterke en zwakke zuren
(evenwicht)

Slide 10 - Tekstslide

zwakke zuren (evenwicht)

Slide 11 - Tekstslide

Sterke en zwakke zuren
  • Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
  • Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak, zie volgende slide.
  • Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H+ ion kan worden afgesplitst.
  • Bij gelijke molariteit, heeft een sterk zuur een lagere pH, een hogere geleidbaarheid en zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H3O+ in oplossing).

Slide 12 - Tekstslide

Binas 49

Slide 13 - Tekstslide

Is salpeterzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49 en 66B.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 14 - Quizvraag

Is het sulfide-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 15 - Quizvraag

Is het ammonium-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 66B en 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 16 - Quizvraag

Binas 49
NH4+
S2-
HNO3
In rood de antwoorden op de quizvragen

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit waarom de oplossing van een sterk zuur beter de stroom geleidt dan een zwak zuur met dezelfde molariteit.

Slide 18 - Open vraag

Geef de reactievergelijking die optreedt als het sterke zuur waterstofjodide in water wordt opgelost en geef de notatie van de oplossing van het zuur.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Het zwakke zuur waterstoffluoride (HF) is een gas bij kamertemperatuur.

Geef de reactievergelijking met toestandsaanduiding van de reactie die optreedt als waterstoffluoride in water wordt opgelost.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Antwoord
C6H8O2 (aq) + H2O (l) ⇄ H3O+ (aq) + C6H7O2⁠ (aq)

Slide 23 - Tekstslide

Citroenzuur is een driewaardig zuur met molecuulformule C6H8O7.

Wat denk je dat wordt bedoeld met de term ‘driewaardig’?
Antwoord
Driewaardig betekent dat het zuur 3 H+ kan afstaan.

Slide 24 - Tekstslide