Veroveraars - oefentoets
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe heet de profeet van de moslims?
A
Allah
B
Mohammed
C
Jezus
D
Koran
Slide 2 - Quizvraag
Wanneer was de tijd van de vroege middeleeuwen?
A
Tussen 300 en 500 na Chr.
B
Tussen 1000 en 1200 na Chr.
C
Tussen 500 en 1000 na Chr.
Slide 3 - Quizvraag
Waar kun je de mezquita van Cordoba vinden? (een moskee uit de middeleeuwen)
A
Spanje
B
Mekka
C
Rome
D
Venetië
Slide 4 - Quizvraag
Wie was er belangrijk in het Frankische rijk?
A
Karel de Grote
B
Karel de kale
C
Karel de kleine
D
Karel de tweede
Slide 5 - Quizvraag
Wat vond Karel de Grote belangrijk?
A
iedereen moest rooms worden
B
iedereen moest christen worden
C
iedereen moest dezelfde achternaam krijgen
Slide 6 - Quizvraag
Wat gebeurde er na de dood van Karel de Grote met het Frankische rijk
A
Het viel in 3 stukken
voor zijn kleinzoons
B
Het ging naar zijn moeder
C
Het ging naar zijn vader
D
Het ging naar een andere persoon in het land
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een kalief?
A
de leider van de islamieten
B
de leider van de christenen
C
iemand die in de islam gelooft
D
iemand die christen is
Slide 8 - Quizvraag
Wie waren de vikingen?
A
een volk uit het zuiden
B
een volk uit het noorden
C
een volk uit het oosten
D
een volk uit het westen
Slide 9 - Quizvraag
Wat kun je doen met een langboot?
A
zeilen, roeien en varen
B
zeilen roeien en zinken
C
roeien
D
varen
Slide 10 - Quizvraag
Wat deden de vikingen?
A
veroverden landen
B
gingen verhuizen
C
wilden ergens wonen
D
voerden oorlog
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heette de stad waar de vikingen in Nederland zijn geweest?
A
Dorestad
B
Amsterdam
C
Rotterdam
D
Wijk aan zee
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer waren de kruistochten?
A
In de steentijd
B
In de middeleeuwen
C
In de oorlog
D
In de ijstijd
Slide 13 - Quizvraag
Wanneer begon de eerste kruistocht?
A
In 1055
B
In 1875
C
In 1096
D
In 1195
Slide 14 - Quizvraag
Wie was de aanvoerder van de kruistochten?
A
Karel de Grote
B
Godfried van Bouillon
C
Karel Martel
Slide 15 - Quizvraag
Wat deden ze bij de kruistochten?
A
Heilige plaatsen bevrijden van andere geloven
B
Naar andere landen om de boel te veranderen
C
Mensen wegjagen
Slide 16 - Quizvraag
Welke plek gingen ze bijvoorbeeld heen?
A
Jeruzalem
B
Italië
C
Spanje
D
Nederland
Slide 17 - Quizvraag
Waarom is de klaagmuur zo belangrijk?
A
Dat is een monument van de joden
B
Daar bidden de joden
C
daar bidden de moslims
D
dat is een monument van de moslims
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een belangrijke plek voor de Christenen
A
Klaagmuur
B
Tempelberg
C
Heilige grafkerk
D
een berg
Slide 19 - Quizvraag
Wat is belangrijk voor de moslims
A
Klaagmuur
B
Tempelberg
C
Heilige grafkerk
D
een berg
