HAVO 3 Chapitre 2 Vorm en plaats Bijvoeglijk naamwoord

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Leerdoelen

1. Je kent de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
2. Je weet op welke plaats het bijvoeglijk naamwoord komt.

Programma

1. Kijk en luister naar het instructiefilmpje
2. Even oefenen
3. Evaluatie
4. Extra oefenen...

1. De vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Kijk en luister op de volgende dia naar het instructiefilmpje

Kijk en luister naar het instructiefilmpje over de VORM van het bijvoeglijk naamwoord.

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan, aan het woordje waar het over gaat.

Un grand garçon

Deux grands garçons

Une grande fille

Deux grandes filles

M. enkv	M. mv
-	+ S
V.enkv	V.meerv
+e	+ es

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. Behalve het rijtje hieronder. Dat moet je uit je hoofd leren. Dat gaat makkelijker als je ze hardop uitspreekt. Dan merk je namelijk dat de woorden rijmen.

VOOR het zelfstandig naamwoord:

Bon (goed) - Beau (mooi) - Grand (groot) -
Nouveau (nieuw) - Petit (klein) - Vieux (oud)

Uitzonderingen

Let goed op de uitzonderingen! Ze staan op blz. 70 van je tekstboek

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sportif) Deux .... garçons ....

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(petit) J'ai trois .... soeurs ......

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sympa) Un .....prof ......

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(beau) Une ..... maison ....

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(nouveau) Une ... voiture ....

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(noir) Un .... chat .....

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(vieux) Une .... femme ......

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bon) ..... chaussures .... (v mv)

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bleu) Un .... stylo ....

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(méchant) le ... loup .....

Chapitre 2 - Bron D

à partir de la page 70

= devoirs (huiswerk)

Evaluatie 1

1. Wat is hoofdregel voor de vormen van het bijvoeglijk naamwoord?

Evaluatie 2

m. enkv	v. enkv
-	e
m. meerv	v. meerv
s	es

Evaluatie 3

Vul het woordweb op de volgende dia in.  

Welke bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het bijvoeglijk naamwoord ?

Bijvoeglijke naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord komen.

www.nufransleren.nl