Hoofdstuk 9. Je lichaam werkt - 9.4 Je bloed stroomt

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Hoeveel bloed heeft een mens?

• Baby: 300- 400 ml
• Volwassen: 4-5 liter

9.4 Je bloed stroomt

- Je weet hoe je bloed stoffen vervoert;

- Je weet welke 3 soorten bloedvaten er zijn;

- Je weet de onderdelen van het hart (bron 5) en hun taken;

- Je weet de drie fasen van een hartslag;

- Je weet de verschillen tussen de kleine en de grote bloedsomloop;

- Je weet waar zuurstofrijk- en zuurstofarm bloed stroomt (bron 8).

Samenstelling bloed

• 55% bloedplasma 
• 45% bloedcellen

Bloedplasma: 

plasma-eiwitten, water en opgeloste stoffen 

Vaste bestandsdelen: 

bloedplaatjes, witte bloedcellen en  rode bloedcellen

Rode bloedcellen

- Rode kleur van bloed, door hemoglobine

- Ronde en vaste vorm

- Zuurstof vervoeren

- Geen celkern

Witte bloedcellen

- Kunnen van vorm veranderen

- Halen ziekteverwekkers uit je lichaam

- Wel een celkern

Bloedplaatjes

- Kleine stukjes van cellen

- Helpen een wondje dicht te maken

- Geen celkern

3 soorten bloedvaten

Slagaders:
Transport bloed van hart af.

Haarvaten:

Bloed stroomt hiermee door organen.

Aders:
Transport bloed naar hart toe.

Kleine en grote bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
Hart-longen- hart

Taak: zuurstof opnemen in de longen

Grote bloedsomloop
Hart- alle organen in het lichaam - hart

Taak: zuurstof, voedingstoffen en afvalstoffen rondbrengen

Aan het werk

Je kan drie dingen doen:

1. Leren

- Uit het boek

- Oefenen met www.biologiepagina.nl

- Samenvatten

2. Nakijken

Gemaakte opdrachten paragraaf 9.1 t/m 9.3 (+9.4?)

3. Aan het werk

Hoofdstuk 9. Je lichaam werkt 

Paragraaf 9.4 Je bloed stroomt

Tekstboek: lezen blz. 69 t/m 73

Werkboek: maken opdracht 1 t/m 17 (blz. 94 t/m 97)