In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
2.2 De Outback in Australië
Slide 2 - Tekstslide
2. Je weet waar de woestijnen op aarde liggen.
Slide 3 - Tekstslide
2. Je weet waar de woestijnen op aarde liggen.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen H2.2
1. Je weet wat kenmerken van de landschappen (savanne, steppe, woestijn) zijn.
2. Je weet waar de landschappen (savanne, steppe, woestijn) zijn. op aarde liggen.
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag
Probeer leerdoel 1 zelf te beantwoorden in je aantekeningschrift.
-> lees daarvoor B82, B83 & B84 in het Basisboek
Klaar?
Maken H2.2 opdr. 6 + 7
Slide 7 - Tekstslide
2.2 De Outback in Australië
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Kenmerken landschap: Savanne
500 tot 2000 mm neerslag
4 tot 6 maanden droge tijd
Begroeiing: lange gras met groepen bomen en struiken.
Slide 11 - Tekstslide
Kenmerken landschap: Steppe
250 tot 500 mm neerslag
9 maanden droge tijd
Begroeiing: kort gras en lage struikjes (te droog voor bomen om te groeien)
Slide 12 - Tekstslide
Kenmerken landschap: Woestijn
Minder dan 250 mm neerslag, erg droog.
Begroeiing: groeit bijna niks
Slide 13 - Tekstslide
Kenmerken landschap: Woestijn
Minder dan 250 mm neerslag, erg droog.
Begroeiing: groeit bijna niks
Maar bij een oase wel
Slide 14 - Tekstslide
1. Je weet wat kenmerken van woestijnen zijn.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
1. Je weet wat kenmerken van woestijnen zijn.
Het is een misverstand dat er in een woestijn alleen maar zand is. De Sahara bestaat bijvoorbeeld maar voor een kwart uit zand, de rest is grind- of rotsbodem. Ook is het in een woestijn niet altijd heet. In de winter is het op veel plekken in de Sahara niet warmer dan gemiddeld 10 °C. En er zijn ook woestijnen in koude gebieden. Dat zijn de poolwoestijnen.
Slide 18 - Tekstslide
Landschappen vanaf de evenaar
Tropisch Savanne Steppe Woestijn
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag!
Maken in online werkboek H2.2 opdr. 5 t/m 8
Slide 20 - Tekstslide
2.2 De Outback in Australië
Slide 21 - Tekstslide
Woestijn
Slide 22 - Woordweb
Leerdoelen 2.2
1. Je weet wat kenmerken van woestijnen zijn.
2. Je weet waar de woestijnen op aarde liggen.
3. Je weet waarom het zo droog is in de woestijnen.
Slide 23 - Tekstslide
1. Je weet wat kenmerken van woestijnen zijn.
Samen lezen in Leerboek blz. 27
Slide 24 - Tekstslide
3. Je weet waarom het zo droog is in de woestijnen.
Proefje lucht.
Slide 25 - Tekstslide
3. Je weet waarom het zo droog is in de woestijnen.
Kenmerken lucht:
Warme lucht zet uit, koude lucht krimpt.
Slide 26 - Tekstslide
3. Je weet waarom het zo droog is in de woestijnen.
Kenmerken lucht:
Warme lucht zet uit, koude lucht krimpt.
Slide 27 - Tekstslide
3. Je weet waarom het zo droog is in de woestijnen.
Kenmerken lucht:
Warme lucht zet uit, koude lucht krimpt.
Warme lucht stijgt op, koude lucht daalt.
Slide 28 - Tekstslide
3. Je weet waarom het zo droog is in de woestijnen.
Kenmerken lucht:
Warme lucht zet uit, koude lucht krimpt.
Warme lucht stijgt op, koude lucht daalt.
Bij stijgende lucht is er veel neerslag, bij dalende lucht is er weinig neerslag.
Slide 29 - Tekstslide
3. Je weet waarom het zo droog is in de woestijnen.
Kenmerken lucht:
Warme lucht zet uit, koude lucht krimpt.
Warme lucht stijgt op, koude lucht daalt.
Bij stijgende lucht is er veel neerslag, bij dalende lucht is er weinig neerslag.
Conclusie: Bij woestijnen is er droge dalende lucht.