In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De islam is....
A
Monotheistisch
B
Polytheistisch
Slide 1 - Quizvraag
De islam is een van de drie belangrijkste wereldgodsdiensten. Wie was de belangrijkste profeet van de islam?
A
Jezus
B
Mohammed
C
Christus
D
Kalief
Slide 2 - Quizvraag
Wat hoort bij christendom, wat bij islam en wat bij allebei?
christendom
islam
beide
Koran
Bijbel
Jezus
Monotheïsme
Mekka
Mohammed
Kerk
Slide 3 - Sleepvraag
Jodendom
Christendom
Islam
Slide 4 - Sleepvraag
Wat gebeurt er op de tekening?
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.
Slide 5 - Quizvraag
Geef aan hoe tolerant de moslims waren tegenover andere geloven.
Slide 6 - Open vraag
Wat was een voordeel als je jezelf liet bekeren tot de Islam?
Slide 7 - Open vraag
Wie speelde een grote rol in het verdrijven van de moslims uit Europa?
A
Clovis
B
Karel Martel
C
Pepijn III
D
Karel de Grote
Slide 8 - Quizvraag
De vroege middeleeuwen zijn van ...
A
500 tot 1500 n.Chr.
B
500 tot 1000 n.Chr.
C
1000 tot 1500 n.Chr.
D
500 v.Chr. tot 500 n. Chr
Slide 9 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij de vroege middeleeuwen?
A
Het leenstelsel
B
Het domeinstelsel
C
Steden
D
Het Christendom
Slide 10 - Quizvraag
4.6 Het rijk van de karolingen valt uiteen.
Slide 11 - Tekstslide
Deelvraag
Waardoor verbrokkelde de macht na de dood van Karel de Grote?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
De dood van Karel de Grote (814)
Zijn opvolger is Lodewijk de Vrome (814-840).
zoons kregen al ruzie toen Lodewijk de Vrome nog leefde
Na de dood van Lodewijk de Vrome valt het rijk uiteen.
Slide 14 - Tekstslide
Verdrag van Verdun (843)
Het Frankische Rijk wordt opgesplitst en verdeeld over de drie zonen van Lodewijk de Vrome.
-West-Frankische Rijk (Karel de Kale)
- Middenrijk (Lotharius I)
- Oost-Frankische Rijk (Lodewijk de Duitser)
Slide 15 - Tekstslide
onrustige tijden
Slide 16 - Tekstslide
Veranderingen na
Karel de Grote
Koningen werden gekozen door de edelen, waren meer gelijk: minder ontzag voor de koning
een koning wist niet zo goed wat er gebeurde in zijn gebied
hertogen en graven konden hun eigen gang gaan en zagen het leengebied als hun eigen grond.
Slide 17 - Tekstslide
Roofridders
Dit waren ridders die zich niet meer aansloten bij het leger van de koning.
De uitvalsbasis voor de ridders was het kasteel.
Slide 18 - Tekstslide
Roofheren en roofridders
Lage heren trokken meer macht naar zich toe en voerden veel oorlogen om land en om buit.
Veel vernielingen op de domeinen.
Een kasteel bood een schuilplaats voor de boeren.
Slide 19 - Tekstslide
problemen van buiten
Er waren ook nog andere problemen:
De aanvallen van volken zoals de Noormannen vanuit het noorden en de moslims uit het zuiden
Slide 20 - Tekstslide
Nieuwe invallers
Rond het jaar 800 vertrekken de Noormannen (of Vikingen) vanuit Scandinavie.
De Vikingen hebben erg goede schepen.
Ze gebruikten hun schepen om handel te drijven, maar ook om op rooftocht te gaan.
Slide 21 - Tekstslide
Vanuit Denmarken, Noorwegen en Zweden (Scandinavie) reisden de Noormannen heel de wereld over om te handelen en te plunderen.
De Noormannen ontdekten veel nieuwe plekken en vaak gingen groepen op zulke ontdekte plekken wonen. Ze stichtten daar nieuwe nederzettingen. De Vikingen waren zelfs eerder in Amerika dan Columbus!
Slide 22 - Tekstslide
kijkvragen video
Waar geloofden de Vikingen in?
Waarom gingen de Vikingen op reis?
Waarom eindigden de y(roof)tochten?
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Viking aanvallen in Nederland
Dorestad
Wijk bij Duurstede
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Waarom gingen de Vikingen naar Europa?
Bevolkingsgroei: onvoldoende landbouwgrond = op zoek naar een nieuwe land!
alleen oudste zonen erven
Geloof: alléén dappere mensen zouden naar de Walhalla (hemel) gaan.
Slide 27 - Tekstslide
later...
grote gebieden veroverd en vestigen zich.
rond jaar 1000 bekering christendom, gevolg einde rooftochten
Slide 28 - Tekstslide
Nu doen
Leerstof voor de repetitie bekijken
Nakijken al het huiswerk in Learnbeat
huiswerk: Zoek uit welke kenmerkende aspecten bij welke paragraaf horen: schrijf dat in je schrift.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Na de dood van Karel de Grote viel het Frankische rijk langzaam uiteen. Wat is geen oorzaak voor de val van het rijk?
A
leenstelsel werd te ingewikkeld
B
Invallen van de Noormannen
C
het centrale gezag verzwakte
D
Het volk kwam in opstand
Slide 32 - Quizvraag
Ridders
Vikingen
Slide 33 - Sleepvraag
Wie woonde waar in Europa?
Franken
Arabieren
Vikingen
Slide 34 - Sleepvraag
Welke Nederlandse stad werd vaak aangevallen door de Vikingen?
A
Noviomagus (Nijmegen)
B
Domstad (Utrecht)
C
Dorestad (Wijk bij Duurstede).
Slide 35 - Quizvraag
Nederland heeft met de Vikingen gehandeld
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quizvraag
het romeinse rijk valt
karel de grote wordt keizer
de vikingen komen plunderen
Slide 37 - Sleepvraag
begin van de islam
Willibrord begint met de verspreiding van het christendom