Voorstelling: WAT is er afgebeeld? Vormgeving: HOE is het afgebeeld?
Materiaal/techniek: WAARMEE is het afgebeeld?
Slide 3 - Tekstslide
Vormgevingselementen
Perspectief
Compositie
Kadrering
Kleur
Slide 4 - Tekstslide
Perspectief
= Gezichtspunt: waarvandaan wordt de foto gemaakt?
Kikkerperspectief
Vogelperspectief
Ooghoogte
Slide 5 - Tekstslide
Kikkerperspectief
Slide 6 - Tekstslide
Vogelperspectief
Slide 7 - Tekstslide
Ooghoogte
Slide 8 - Tekstslide
Compositie
= Ordening: hoe is een foto opgebouwd/verdeeld?
Symmetrische compositie
Centrale compositie
Dynamische compositie
Overall compositie
Slide 9 - Tekstslide
Symmetrische compositie
Slide 10 - Tekstslide
Centrale compositie
Slide 11 - Tekstslide
Dynamische compositie
Slide 12 - Tekstslide
Overall compositie
Slide 13 - Tekstslide
Kadrering
= Kader: welk stukje van de werkelijkheid wordt getoond?
Totaalkader
Close-up
Slide 14 - Tekstslide
Totaalkader
Slide 15 - Tekstslide
Close-up
Slide 16 - Tekstslide
Kleur
= Kleur: welk effect bereikt het kleurgebruik?
Primaire kleuren
Secundaire kleuren
Tertiaire kleuren
Warme kleuren
Koude kleuren
Slide 17 - Tekstslide
Kleurencirkel
Slide 18 - Tekstslide
Primaire kleuren
Slide 19 - Tekstslide
Secundaire kleuren
Slide 20 - Tekstslide
Tertiaire kleuren
Slide 21 - Tekstslide
Warme kleuren
Slide 22 - Tekstslide
Koude kleuren
Slide 23 - Tekstslide
Kleureffecten
Slide 24 - Tekstslide
Welk beeld weg?
Jullie krijgen 3 foto's te zien.
Denk IN STILTE na over welke foto niet bij de andere twee hoort, waarbij je onder andere in je antwoord gebruikt wat je net hebt geleerd over standpunt, compositie en kadrering.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Eigen tentoonstelling maken
Jullie gaan twee tentoonstellingen maken:
- Eentje die samenhang heeft door VORMGEVING. - Eentje die samenhang heeft door VOORSTELLING.