Les 3 2.1 De macht van de koning

2.1 De macht van de koning
Vrijheid en gelijkheid!
Tijd van Pruiken en Revoluties: 18e eeuw
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

2.1 De macht van de koning
Vrijheid en gelijkheid!
Tijd van Pruiken en Revoluties: 18e eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Dit hoofdstuk heet 'vrijheid en gelijkheid'.
Omdat de meeste mensen in de meeste delen van de geschiedenis; niet vrij of gelijk waren.
Hoe er vrijheid en gelijkheid is gekomen, in ieder geval in delen van de wereld, is iets wat we in dit hoofdstuk behandelen.
Over welk tijdvak gaat dit hoofdstuk?
A
Pruiken en Revoluties
B
Pruiken en Stoommachines
C
Verlichting en Absolutisme
D
Verlichting en Revoluties

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke stand past het beroep dokter?
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke stand past het beroep smid?
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

LD: Koppel de gedachtegang bij de juiste filosoof.
Montesquieu
Rousseau
Koning wordt niet door God gekozen maar door het volk
De macht mag niet bij 1 persoon liggen maar bij meerdere groepen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord past het beste bij 'Verlichting'?
A
Een politieke ideologie uit de 20e eeuw.
B
Een religieuze beweging uit de middeleeuwen.
C
Een nieuwe manier van denken uit de 17e en 18e eeuw.
D
Een oude manier van denken uit de 19e eeuw.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Impressie van het paleis van Versailles.
Hier woonde dus de koning, terwijl het volk kampte met voedseltekort. Contrast beschrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Al deze foto's zijn optioneel

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1789: De schatkist van Lodewijk XVI is leeg
- Dure hofleven
- Oorlogen
- Oogsten mislukt 

Lodewijk XVI had geld nodig. 
Daarom riep hij vertegenwoordigers van de Drie Standen bijeen.
Deze vergadering noem je de Staten-Generaal.



:

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle standen komen bijeen om een oplossing te vinden voor de lege schatkist.
Oplossing? MEER BELASTING!

- Voor wie? Laten we erover stemmen!
Elke stand heeft 1 stem...


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmopdracht
Wat gebeurd er op het volgende filmpje? 
Welk gebouw zou er bestormd worden?
Wie bevechten elkaar hier? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

14 juli 1789: Bestorming van de Bastille
Begin van de Franse Revolutie. De 3e stand komt in opstand.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franse Revolutie: 1789
De 3e Stand greep de macht in Frankrijk.
Dit ging gepaard met vernielingen en geweld.

Zij werden bestuurd door de Nationale Vergadering.
- Adel en geestelijkheid moest nu ook belasting betalen.
- Democratie: je kon (als je geld had) stemmen.
- Koning kreeg minder macht.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak en gevolg
Oorzaak:
- Ongelijkheid tussen de standen, honger, hoge belastinggevoel van onrecht.

Gevolg:
- Franse Revolutie:
Bestorming Bastille, afschaffing standen. Nieuwe regering met (enige) gelijkheid.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkboek
Maak 2.1 opdr 9 en  11

Klaar? Nakijkformulier ophalen en nakijken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed heb jij de leerdoelen begrepen?
0100

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wie zaten er in de Staten-Generaal in Frankrijk?
A
De vertegenwoordigers van de gewesten
B
De vertegenwoordigers van de 3 standen
C
De vertegenwoordigers van de 1e en 2e stand
D
De koning en adel

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie kreeg de macht in Frankrijk nadat de koning werd afgezet?
A
De Staten-Generaal
B
Napoleon Bonaparte
C
De Nationale Vergadering
D
Robespierre

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vonden mensen de Staten-Generaal in Frankrijk oneerlijk?
A
Omdat elke stand 1 stem had, terwijl de 3e stand het grootst was
B
Omdat de koning het besluit van de SG kon cancellen
C
Omdat de adel en geestelijkheid zichzelf beter vond
D
Omdat gewone burgers niet op de SG mochten komen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke stand past het beroep generaal?
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke stand past het beroep pastoor?
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke stand past het beroep baron?
A
1e
B
2e
C
3e

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies