H4 - §3: Versnelling en kracht

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

De driehoekjes zijn de Griekse letter delta. Het betekent: het verschil in. Delta v is dus het verschil in snelheid en delta t is het verschil in tijd.
Als we de snelheid in m/s invullen en de tijd in s, krijg je in de formule m/s gedeeld door s. Dus je deelt m twee keer door s. m/s/s. Dit mag je opschrijven als m/s2.
Vandaar dat de eenheid voor versnelling m/s2 is.

Slide 8 - Tekstslide

En natuurlijk ook nog
In de tijd van gebied nummer 2  is de
bestuurder aan het remmen. 
Zijn snelheid neemt af.
Je kunt ook de versnelling (a) 

en de benodigde resultante (Fres)
Fres = m * a
uitrekenen.
a=ΔtΔv

Slide 9 - Tekstslide

Versnelling


= -15 / 3,0 = - 5 m/s2

Er staat een min voor omdat de
snelheid kleiner wordt.



a=ΔtΔv

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Een auto (1200 kg) rijdt 80 km/h en remt plotseling. Hoeveel remkracht komt vrij als hij na 40 meter stilstaat?
A
11 MN
B
2400 N
C
7407 N
D
96 kN

Slide 14 - Quizvraag

v-21)
Waar hangt de lengte van de remweg NIET van af?
A
De beginsnelheid
B
De totale massa
C
Remkracht
D
Type van de banden

Slide 15 - Quizvraag

Een auto van 1000kg remt af met een vertraging van 2m/s2. Hoe groot is de remkracht?
A
2000N
B
500N
C
4000N
D
250N

Slide 16 - Quizvraag

Traagheid zorgt er voor dat de bestuurder bij remmen...
A
Omhoog geduwd wordt
B
Naar beneden geduwd wordt
C
Naar voren geduwd wordt
D
Naar achteren gedrukt wordt

Slide 17 - Quizvraag

Hiernaast zie je een auto en een motor die voor een verkeerslicht staan. De massa van de auto is 1200 kg, de massa van de motor is 300 kg (inclusief de bestuurder). De auto en de motor rijden weg als het verkeerslicht op groen springt. Op beide werkt een nettokracht van 1800 N. Vergelijk de traagheid van beide voertuigen tijdens het optrekken.
De traagheid van de auto is

A
groter dan de traagheid van de motor
B
kleiner dan de traagheid van de motor
C
net zo groot als de traagheid van de motor

Slide 18 - Quizvraag

4.3 opdracht 1 tm 7
Huiswerk

Slide 19 - Tekstslide