Grieken en Romeinen (Havo paragraaf 2.2 en vmbo paragraaf 2.2

lesprogramma
1: vmbo: lezen blz. 83 en 84
maken opdracht 1 tot en met 4
1: havo: luistert en doet mee met lessonup.
Daarna:
2: vmbo luistert en doet mee met lessonup
2 havo: lezen blz 65, 66 en 67
maken opdracht 1 tot en met 5
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

lesprogramma
1: vmbo: lezen blz. 83 en 84
maken opdracht 1 tot en met 4
1: havo: luistert en doet mee met lessonup.
Daarna:
2: vmbo luistert en doet mee met lessonup
2 havo: lezen blz 65, 66 en 67
maken opdracht 1 tot en met 5

Slide 1 - Tekstslide

§2.2 Politiek in Athene

Slide 2 - Tekstslide

Je kunt uitleggen:
- Op welke vier manieren een stadstaat bestuurd kan worden
- Hoe de Atheense democratie werkt en hoe deze verschilt met de Nederlandse democratie
- Hoe de democratie in de Griekse stadstaten verdwijnt
Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Opdrachten bespreken

Uitleg volgen klassikaal via Lesson UP

Les afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Filmpje
Griekse besuursvormen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Op welke vier manieren een stadstaat bestuurd kan worden
- Hoe de Atheense democratie werkt en hoe deze verschilt met de Nederlandse democratie
- Hoe de democratie in de Griekse stadstaten verdwijnt

Slide 7 - Tekstslide

Wat noemen we de manier waarop een land of stad besluiten neemt?
A
Polis
B
Politiek
C
Poleis
D
Politie

Slide 8 - Quizvraag

Monarchie
Aan het begin waren de meeste poleis een monarchie
Dit betekent dat een koning alle macht heeft
Zijn macht wordt geërfd door zijn kinderen
Vaak krijgt de koning hulp van een raad van ouderlingen

Slide 9 - Tekstslide

Aristocratie
Na een tijd willen de rijke burgers ook wat te zeggen hebben
Zij hebben de wapens en zetten de koning aan de kant
Deze aristoi nemen dan met elkaar de beslissingen
Ook zij krijgen nog advies van een raad van ouderlingen

Slide 10 - Tekstslide

Tirannie
Soms lukt het een aristocraat om alle macht te krijgen
Vaak lukt dit met geweld
Hij wordt dan een tiran met alle macht voor zichzelf

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen een tiran en een koning

Slide 12 - Open vraag

In een woonwijk moet de snelheidslimiet omhoog naar 50 km/u
Eens
Oneens

Slide 13 - Poll

Vliegen moet duurder worden. Dan wordt er minder gevlogen en dat is beter voor het milieu
Eens
Oneens

Slide 14 - Poll

Kinderen hoeven maar 4 dagen in de week naar school
Eens
Oneens

Slide 15 - Poll

Democratie
De gewone burgers van Athene moeten ook het leger in
Daarom willen zij meebeslissen over de polis
Iedere mannelijke burger van 18+ krijgt daarom stemrecht
Athene wordt zo een democratie
Democratie
Demos (δῆμος) = volk
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Democratie = het volk heerst

Slide 16 - Tekstslide

De Atheense democratie

Slide 17 - Tekstslide

Wie besluit over oorlog en vrede?
A
10 generaals
B
Rechters
C
Raad van 500
D
Volksvergadering

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel mensen hebben de dagelijkse leiding?
A
10
B
50
C
500
D
6000

Slide 19 - Quizvraag

Wie bereiden de wetten voor?
A
Rechters
B
Volksvergadering
C
Raad van 500
D
Dagelijkse leiding

Slide 20 - Quizvraag

Wie keuren wetten goed of af?
A
Rechters
B
Volksvergadering
C
Raad van 500
D
Dagelijkse leiding

Slide 21 - Quizvraag

Hoe lang hebben de generaals de macht over het leger?
A
1 maand
B
Een half jaar
C
1 jaar
D
5 jaar

Slide 22 - Quizvraag

Hoe verschilt de Atheense democratie met de Nederlandse?
Atheense democratie
Nederlandse democratie
Politici hebben de politiek als beroep
De burgers mogen zelf over wetten stemmen
Vrouwen mogen niet meedoen in de politiek
Politici hebben naast politiek nog een ander beroep
Vrouwen mogen wel meedoen in de politiek
Iedere 4 jaar komt een nieuwe regering
Iedere maand komt een nieuwe regering
De burgers kiezen wie over de wetten stemmen

Slide 23 - Sleepvraag

Het Romeinse Rijk


1. Van stadstaat tot wereldrijk

Slide 24 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 25 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de Romeinen?

Slide 26 - Woordweb

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier het Romeinse Rijk zich ontwikkelde van stadstaat tot enorm wereldrijk, en hoe dit rijk door de eeuwen heen werd bestuurd.

Slide 27 - Tekstslide

Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.


En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?

Romulus en Remus zijn in de Romeinse mythologie de tweelingzonen van Mars en Rhea Silvia en stichters van Rome. De stichting wordt in de legende gedateerd op 21 april 753 v.Chr.

Slide 28 - Tekstslide

Rome: ontstaan rond 750 V.C
  • klein dorp aan de rivier de Tiber, en vlak bij zee.
  • inwoners waren boer en handelaar.
  • Door de handel werd Rome steeds rijker, en machtiger....  

Door de rijkdom kon Rome een sterk leger vormen en zo veroverden ze langzaam het gebied dat we nu als Italië kennen.


Slide 29 - Tekstslide

Romeinse expansie
De oorrlogen leverden de Romeinen veel macht en rijkdom op.

Landbouwgrond, grondstoffen, nieuwe handelsroutes.

Rome werd groter en machtiger.
kwam in conflict met een ander rijk in Noord-Afrika. Carthago.
tussen 264 en 146 v.C vocht Rome drie grote oorlogen met Carthago uit.
Romeinen wonnen en vernietgden de stad Carhago.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

De Romeinse Republiek

  • De naam republiek komt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak, in het Latijn.

  • Op papier is de republiek een democratie...

  • ...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht. Dit heet: aristocratie

Slide 32 - Tekstslide

De Romeinse Republiek (2)

  • De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.

  • Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls

  • Zij voerden de besluiten van de senaat uit

Slide 33 - Tekstslide


Het Romeinse Rijk groeit!

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
  • Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 34 - Tekstslide


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen

Slide 35 - Tekstslide


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link