Thema D Helden §5 interview afnemen

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
IN DEZE LES:
Thema D - Helden
1. Herhalingsvragen.
2. Startopdracht
3. Uitleg over interviewtechnieken.
4. Werken aan paragraaf 5.
5. Leesboek eindopdracht.
6. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

In het middenstuk van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 3 - Quizvraag

In het slot van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 4 - Quizvraag

Welk stukje tekst past het best bij de inleiding?
inleiding
Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uiziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!
We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.
Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.

Slide 5 - Sleepvraag

Welk stukje tekst past het best bij het middenstuk?
middenstuk
Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uiziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!
We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.
Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.

Slide 6 - Sleepvraag

Welk stukje tekst past het best bij het slot?
slot
Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uiziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!
We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.
Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.

Slide 7 - Sleepvraag

  • Je kunt goede vragen stellen om aan specifieke informatie te komen.
  • Je kunt open en gesloten vragen stellen en doorvragen om aan informatie te komen.
Lesdoelen

Slide 8 - Tekstslide

In een thema komen meerdere onderdelen van Nederlands samen. We ronden een thema niet af met een toets, maar met een product (paragraaf 8).

Slide 9 - Tekstslide

Startopdracht
- In tweetallen -
Lees de theorie op bladzijde 189.

Voer opdracht 1 in tweetallen uit. 

Klaar? Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Opdracht 1 bespreken:

- Wat vond je moeilijk?
- Wat ging goed?

Slide 12 - Tekstslide

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 13 - Tekstslide

Waarom heb je voor dit beroep gekozen?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag

Slide 14 - Quizvraag

Vind u uw werk leuk?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag

Slide 15 - Quizvraag

Wat zet je in de inleiding van je interview?

Slide 16 - Open vraag

Wat zet je in het middenstuk van je interview?

Slide 17 - Open vraag

Wat zet je in het slot van je interview?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

De interviewer stelt vooral ... vragen.
A
open
B
gesloten
C
beide niet, hij maakt vooral opmerkingen

Slide 20 - Quizvraag

Waarom verliep dit interview
niet helemaal goed?

Slide 21 - Woordweb

Inleiding
 - Wie heb je geïnterviewd? = onderwerp
 - Waarom heb je diegene geïnterviewd? = aanleiding
Middenstuk
 - Schrijf de vragen uit met met daaronder de antwoorden van de geïnterviewde. 
 - Als je ergens hebt doorgevraagd, vat je het antwoord op de hoofdvraag en de doorvraagvragen samen tot één antwoord
Slot
 - Vertel wat je van het interview vond, bijvoorbeeld dat je het heel leuk vond om deze persoon te interviewen, of wat je ervan hebt geleerd.
Hoe is een geschreven interview opgebouwd?

Slide 22 - Tekstslide

Hebben deze geschreven interviews een duidelijke inleiding, middenstuk en slot?
Overleg met degene naast je.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat vind jij van dit interview? Probeer ook uit te leggen waarom je dat vindt.

Slide 25 - Open vraag

Wat kun je als interviewer doen wanneer de geïnterviewde een kort antwoord geeft?

Slide 26 - Open vraag

§5 Een interview afnemen
Bladzijde 189-190

Slide 27 - Tekstslide

Interviewen: hoe doe je dat?
Hoe kun je ervoor zorgen dat een interview goed verloopt?
1. Stel open vragen.
2. Doorvragen: dit doe je als je nog niet genoeg informatie hebt gekregen. Je doet dit door een vervolgvraag te stellen. Daarmee reageer je op wat de geïnterviewde net heeft gezegd. 
3: Controlevraag: deze vraag stel je als je niet zeker weet of je het antwoord hebt begrepen.

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld
Om goede vervolgvragen te stellen, moet je goed naar de ander luisteren

Bijvoorbeeld:
Vraag: Wie is jouw held?
Antwoord: Nelson Mandela.
Vervolgvraag: Waarom is hij je held?
Antwoord: Omdat hij veel heeft bereikt.
Vervolgvraag: Wat heeft hij dan bereikt?
Antwoord: Hij heeft ervoor gezorgd dat de apartheid in Zuid-Afrika is afgeschaft.

Slide 29 - Tekstslide

§5 Een interview afnemen
Maak opdracht 3 op blz. 190.
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

  • Je kunt goede vragen stellen om aan specifieke informatie te komen.
  • Je kunt open en gesloten vragen stellen en doorvragen om aan informatie te komen.
Lesdoelen

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les: ga nadenken over de persoon die jij wilt gaan interviewen voor jouw artikel.
Als jij al iemand in gedachten hebt, maak dan alvast een afspraak met deze persoon.

Slide 32 - Tekstslide

Wie zou je kunnen interviewen?
Het onderwerp van thema D is helden
Het zou leuk zijn als de persoon, die jij interviewt, een soort held voor jou is.

Je kunt denken aan:
  • Een familielid;
  • Iemand van school;
  • Iemand van jouw (sport)club;
  • Een persoon die een interessant beroep heeft
  • Iemand uit jouw dorp of stad.

Slide 33 - Tekstslide