H3 chapitre 1 18 september

Bonjour H3 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Bonjour H3 

Slide 1 - Tekstslide

Plan du cours
Herhalen bloc B + C
Doornemen bloc D
Jeu avec les mots
Uitleg bloc G
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Het vragen rad
Staat het rad stil op jouw naam..
Noem een getal tussen de 1 en 8
beantwoord de vraag die daarbij hoort.


Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Les devoirs
Faire: exercices 8,10,11,13b,13c,14
Apprendre: Les mots de A + B

Is dit allemaal gelukt? Was er een opdracht waar je tegenaan bent gelopen? We kijken samen opdracht 14 na.

(stappenplan bezit vnw uitdelen)

Slide 4 - Tekstslide

.......(onze) soir
......(jouw) histoire 
...... (mijn) anniversaire
...... (onze) chats
...... (jouw) belle-mère
..... (hun) choix
leur
ta
nos
notre
mon
ton

Slide 5 - Sleepvraag

Bloc D  
                                      TB. 11  WB. 16+17

Les phrases-cles.
On va écouter et parler :)




Slide 6 - Tekstslide

  1. Tu peux te présenter?
  2. Tu habites où?
3. Ton anniversaire, c'est quand?
4. Tu as des frères où des soeurs?

5.Ils sont comment?

6.Tu as aussi un animal domestique?
Je m'appelle Zoé et j'ai 16 ans.
J'habite à Bidart, c'est un village.
Mon anniversaire, c'est le 22 mars.
Oui, j'ai un frère et une demi-soeur: Noam et Lili.
Mon frère est sportif et ma soeur est sympa.
Oui, nous avons un chien et il s'appelle Spot / Non, nous n'avons pas d'animaux domestiques.

Slide 7 - Tekstslide

Travailler en autonomie
Faire exercices 16d, 17 (vragen uitschrijven), 18

Nakijken de opdrachten van bloc B + C

Controle huiswerk aantal leerlingen

Slide 8 - Tekstslide

Jeu avec les mots
Woordenslang.

Jullie krijgen allemaal een kaartje met daarop aan de ene kant een Frans woord en aan de andere kant een Nederlands woord.

Leerling 1 begint met het voorlezen van het Nederlandse woord. De leerling die de Franse vertaling heeft van dat woord gaat staan en leest dit voor. (de klas controleert) Vervolgens leest hij zijn Nederlandse woord voor etc. 

Als het juist gespeelt wordt komt iedereen een keer aan de beurt.

Slide 9 - Tekstslide

Bloc G  p.13     présent
(partir, dormir,sortir,servir, sentir)

Nous ........(servir)
Ils..........(dormir)
Tu .........(sortir)
je
-tir 
+s
tu
-tir
+s
il/elle
-tir
+t
nous
-ir
+ons
vous
-ir
+ez
ils/elles
-ir
+ent

Slide 10 - Tekstslide

Bloc G  p.13     imparfait
(partir, dormir,sortir,servir, sentir)

1. nous vorm in de présent
2. - ons = stam
3. uitgang  erachter plakken

Nous servons
serv
Je servais
Ik sliep, ik voelde, ik vertrok etc.

Slide 11 - Tekstslide

Travailler en autonomie
Les devoirs pour le 25 septembre
Faire exercices: 16d,17 uitschrijven vragen,18 (D) 26d (G)
Apprendre: bloc C+D

Qui suis-je 

Nakijken huiswerk ( B+C)

Slide 12 - Tekstslide