Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Révision adjectif possessif + phrases-clés D
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Kies het juiste bezittelijk vnw.
........ (mijn) vacances étaient superbes.
A
mon
B
ma
C
mes
D
mont
Slide 2 - Quizvraag
Maak een zin met een zelfstandig gebruikt bez. vnw: C'est sa famille.
Slide 3 - Open vraag
Mon anniversaire est le 2 octobre. Vertaal: En de jouwe?
A
Et le mien?
B
Et le tien?
C
Et le sien?
D
Et la tienne?
Slide 4 - Quizvraag
Mes lapins viennent de la Belgique. Vertaal: En die van haar?
Slide 5 - Open vraag
Vertaal naar het Frans: Lijk je op je zus?
A
Est-ce que tu ressemble à ta soeur?
B
Es-ce que tu ressembles à ta soeur?
C
Est-ce que tu ressembles ta soeur?
D
Est-ce que tu ressembles à ta soeur?
Slide 6 - Quizvraag
Vertaal naar het Frans: Nee, ik heb geen huisdieren.
Slide 7 - Open vraag
Vertaal naar het Frans: Het is een stad in het westen van Frankrijk.
A
C'est une ville dans l'ouest de la France.
B
C'est une ville dans le sud de la France.
C
C'est un village dans le nord de la France.
D
C'est un ville dans l'ouest de la France.
Slide 8 - Quizvraag
Vertaal naar het Frans: We hebben dezelfde kleur ogen.
Slide 9 - Open vraag
Les verbes irréguliers en -ir
partir = vertrekken
dormir = slapen
sortir = uitgaan, weggaan
servir = dienen, bedienen
sentir = voelen, ruiken
Slide 10 - Tekstslide
partir + dormir
je pars je dors
tu pars tu dors
il/elle/on part il/elle/on dort
nous partons nous dormons
vous partez vous partez
ils/elles partent ils/elles dorment
Slide 11 - Tekstslide
passé composé + imparfait
je suis parti(e) je partais
tu es parti(e) tu partais
il/elle est parti(e) il/elle partait
nous sommes parti(e)s nous partions
vous êtes parti(e)(s) vous partiez
ils/elles sont parti(e)s ils/elles partaient
Slide 12 - Tekstslide
Au travail
1. D'abord, nous lisons le vocabulaire
F
ensemble.
2. Ensuite, tu fais l'exercice 22, 24, 25a et 26c/d/e.
3. Finalement, tu apprends le vocabulaire
F
avec Quizlet.
Slide 13 - Tekstslide
Les devoirs
Les devoirs pour mardi le 22 septembre:
Finir les exercices 22, 24, 25a et 26c/d/e
Apprendre le vocabulaire
F
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Révision ABCD chapitre 1
Augustus 2020
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les filières
Februari 2021
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
FA p3a GL3 CH1 Bron G Partir sortir, sentir servir dormir
September 2022
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Frans 3hD - H1 les 11 - bron G
Augustus 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klas H3 week 9 les 2
Februari 2021
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
chap 1 bron G en futur proche
September 2022
- Les met
38 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
week 51 les 2
December 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
3A les 10
September 2020
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3