NOVA les 3 H9.2 Stappenplan en reactiemilieu

  • DEZE LES





5VWO NOVA 
les 3 H9.2
stappenplan en milieu
Leg klaar:
- schrift + pen
- Binas
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • DEZE LES





5VWO NOVA 
les 3 H9.2
stappenplan en milieu
Leg klaar:
- schrift + pen
- Binas

Slide 1 - Tekstslide

DEZE LES
Leer je met behulp van Binas 48 de totaalvergelijking van een redoxreactie opstellen met verbindingen en samengestelde ionen:                    - uitleg
                                 - stappenplan
                                 - DEMO's (toepassen)
Benodigde voorkennis: de namen en formules van samengestelde ionen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. je kunt met behulp van Binas 48 uitzoeken welk van de aanwezige deeltjes de sterkste OX en RED zijn
  2. je kunt met Binas 48 beredeneren of een RedOx reactie verloopt
  3. je kunt met behulp van halfreacties uit Binas 48 een kloppende totaalreactie opstellen
  4. je kunt bij (een omschrijving van) een experiment de aanwezige stoffen en deeltjes  met de juiste formules noteren

Slide 3 - Tekstslide

hoe hoger hoe zwakker


sterk
RED

OX 
sterk

hoe lager hoe zwakker

1. In Binas tabel 48 kun je de sterkte van oxidatoren en reductoren opzoeken

Slide 4 - Tekstslide

2. je kunt met Binas 48 beredeneren of een RedOx reactie verloopt
Een redoxreactie verloopt als 
in Binas tabel 48 
de OX boven de RED staat
Er geldt:               dU < of = -0,3: geen reactie
                                      -0,3 < dU < +0,3 : evenwicht
                          dU = of > +0,3: aflopend




NOTEER EN LEER

Slide 5 - Tekstslide

3. je kunt met behulp van halfreacties uit Binas 48 een kloppende totaalreactie opstellen
Uitleg basisprincipe met een eenvoudig voorbeeld:
1. noteer de halfreacties                 Ni                 -->   Ni2+ + 2e-
    van de OX en de RED                    Fe3+ + e-  -->   Fe2+

TIP: zet de pijlen onder elkaar, zodat je duidelijk ziet welke deeltjes voor de pijl komen en welke erna

Slide 6 - Tekstslide

Opstellen redox-reactievergelijking
1. noteer de halfreacties                 Ni                 -->   Ni2+ + 2e-       1x
    van de OX en de RED                    Fe3+ + e-  -->   Fe2+                   2x
2. maak het aantal 
elektronen gelijk (noteer!)

Slide 7 - Tekstslide

Opstellen redox-reactievergelijking
1. noteer de halfreacties                   Ni                 -->   Ni2+ + 2e-       1x
    van de OX en de RED                      Fe3+ + e-  -->   Fe2+                   2x
2. maak het aantal 
elektronen gelijk (noteer!)    Ni + 2Fe3++2e- --> Ni2++2e-+ 2Fe2+
3. tel de halfreacties op

TIP: werk netjes recht onder elkaar, dan vergeet je geen deeltjes

Slide 8 - Tekstslide

Opstellen redox-reactievergelijking
1. noteer de halfreacties                   Ni                 -->   Ni2+ + 2e-       1x
    van de OX en de RED                      Fe3+ + e-  -->   Fe2+                   2x
2. maak het aantal 
elektronen gelijk (noteer!)    Ni + 2Fe3++2e- --> Ni2++2e-+ 2Fe2+
3. tel de halfreacties op
4. streep dezelfde deeltjes weg     Ni + 2Fe3+ --> Ni2+ + 2Fe2+

Slide 9 - Tekstslide

stap 5: Controleer jezelf !!
- is het aantal atomen voor en na de pijl gelijk? (kloppend)
- is de totale lading voor en na de pijl gelijk? (ladingbalans)

Ni + 2Fe3+ --> Ni2+ + 2Fe2+

Slide 10 - Tekstslide

Werken met een stappenplan
Als er verbindingen of samengestelde ionen betrokken zijn bij de redox-reactie, wordt het opstellen van een totaalvergelijking iets ingewikkelder. 
Het helpt om dan het stappenplan (blz 152) te volgen.

Slide 11 - Tekstslide

blz 96
Pak deze blz
erbij zodat je kunt meelezen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide


stap 1 deeltjesinventarisatie
> welke stoffen zijn aanwezig?
> wat is de juiste notatie?
(oplossingen in losse ionen!)


natriumsulfiet-oplossing:

kaliumpermanganaat-oplossing: 
Opstellen van de reactievergelijking met het stappenplan (blz 152)

Slide 19 - Tekstslide

stap 2 sterkste OX, RED
> bepaal van elk deeltje of het OX of RED kan zijn
> heb je meer dan 1 OX of RED, kijk dan in Binas 48 welke de sterkste is (hoogste OX, laagste RED)


Na+         SO32- 

K+           MnO4-

Slide 20 - Tekstslide

stap 3 halfreacties
> Neem de halfreacties over uit Binas 48
TIP: Noteer eerst de formules van de sterkste OX en RED uit stap 2 in de kantlijn en maak daarna de halfreactie af. Zo schrijf je het niet per ongeluk verkeerd om over

OX: MnO4-


RED:  SO32- 

Slide 21 - Tekstslide

stap 4 verloopt reactie?
> noteer de standaard-elektrodepotentialen van OX en RED
> bereken Uox - Ured:
  • dU <, = -0,3: geen reactie
  • -0,3 < dU < +0,3 : evenwicht
  • dU =, > +0,3: aflopend

OX: MnO4-


RED:  SO32- 

Slide 22 - Tekstslide

stap 5 elektronen gelijk maken
> kijk naar het aantal elektronen in beide halfreacties. In welke verhouding moet je ze optellen, zodat het aantal elektronen evenveel is?
TIP: Noteer deze factoren altijd achter de halfreacties
OX: MnO4-


RED: SO32- 

Slide 23 - Tekstslide

stap 6 Optellen en wegstrepen
> Tel de halfreacties op
> streep dezelfde deeltjes voor en na de pijl tegen elkaar weg
TIP: zet de pijlen van de halfreacties recht onder elkaar, zodat je goed ziet wat er voor en na de pijl hoort en je niets vergeet over te nemen!

Slide 24 - Tekstslide

EXP2 A   Invloed van het milieu
We laten dezelfde reactie nog een keer zien, maar nu veranderen we het milieu: we voegen een beetje zwavelzuur toe

Slide 25 - Tekstslide


stap 1 deeltjesinventarisatie
> welke stoffen zijn aanwezig?
> wat is de juiste notatie?
(oplossingen in losse ionen!)


natriumsulfiet-oplossing:

zwavelzuur-oplossing:

kaliumpermanganaat-oplossing: 
Opstellen van de reactievergelijking met het stappenplan (blz 96)

Slide 26 - Tekstslide

stap 2 sterkste OX, RED
> bepaal van elk deeltje of het OX of RED kan zijn 
> heb je meer dan 1 OX of RED, kijk dan in Binas 48 welke de sterkste is (hoogste OX, laagste RED)
> controleer of de sterkste OX boven de sterkste RED staat
Na+         SO32- 

H+            SO42-  

K+           MnO4-

Slide 27 - Tekstslide

stap 3 halfreacties
> Neem de halfreacties over uit Binas 48
TIP: Noteer eerst de formules van de sterkste OX en RED uit stap 2 in de kantlijn en maak daarna de halfreactie af. Zo schrijf je het niet per ongeluk verkeerd om over
OX: MnO4-


RED:  SO32- 

Slide 28 - Tekstslide

stap 4 elektronen gelijk maken
> kijk naar het aantal elektronen
in beide halfreacties. 
In welke verhouding moet je ze 
optellen, zodat het aantal elektronen 
evenveel is?
TIP: Noteer deze factoren altijd achter de halfreacties

Slide 29 - Tekstslide

stap 5 Optellen en wegstrepen
> Tel de halfreacties op
> streep dezelfde deeltjes voor en na de pijl tegen elkaar weg
TIP: zet de pijlen van de halfreacties recht onder elkaar, zodat je goed ziet wat er voor en na de pijl hoort en je niets vergeet over te nemen!

Slide 30 - Tekstslide

na wegstrepen van dezelfde deeltjes houd je over:

Slide 31 - Tekstslide

na wegstrepen van dezelfde deeltjes houd je over:

Slide 32 - Tekstslide

Kies de juiste halfreactie
Het permanganaat-ion en het sulfiet-ion kunnen op verschillende manieren reageren en dat komt door het milieu.
NOTEER & LEER: Let dus goed op de halfreactie die je kiest!
                                   ALLE deeltjes in de halfreactie MOETEN 
                                   aanwezig zijn!!

Slide 33 - Tekstslide

eigen werk
pas het stappenplan toe bij het maken van opgave 9, 11 en 13 van H9.2

Slide 34 - Tekstslide

1

Slide 35 - Video

00:20
EXPERIMENT 2
In het buisje zit een oplossing van natriumsulfiet
Hieraan voegt men enkele mL zwavelzuur toe, zodat er een zuur milieu ontstaat
Daarna  vindt de reactie plaats met het paars gekleurde kaliumpermanganaat

Slide 36 - Tekstslide



stap 1 deeltjesinventarisatie
> welke stoffen zijn aanwezig?
> wat is de juiste notatie?
(oplossingen in losse ionen!)



natriumsulfiet-oplossing:

zwavelzuur-oplossing:

kaliumpermanganaat-oplossing: 
Opstellen van de reactievergelijking met het stappenplan (blz 57/58)

Slide 37 - Tekstslide

stap 2 sterkste OX, RED
> bepaal van elk deeltje of het OX of RED kan zijn (tabel 3!!)
> heb je meer dan 1 OX of RED, kijk dan in Binas 48 welke de sterkste is (hoogste OX, laagste RED)
> controleer of de sterkste OX boven de sterkste RED staat

Na+         SO32- 

H+            SO42-  

K+           MnO4-

Slide 38 - Tekstslide

stap 3 halfreacties
> Neem de halfreacties over uit Binas 48
TIP: Noteer eerst de formules van de sterkste OX en RED uit stap 2 in de kantlijn en maak daarna de halfreactie af. Zo schrijf je het niet per ongeluk verkeerd om over

OX: MnO4-


RED:  SO32- 

Slide 39 - Tekstslide

stap 4 elektronen gelijk maken
> kijk naar het aantal elektronen in beide halfreacties. In welke verhouding moet je ze optellen, zodat het aantal elektronen evenveel is?
TIP: Noteer deze factoren altijd achter de halfreacties

Slide 40 - Tekstslide

stap 5 Optellen en wegstrepen
> Tel de halfreacties op
> streep dezelfde deeltjes voor en na de pijl tegen elkaar weg
TIP: zet de pijlen van de halfreacties recht onder elkaar, zodat je goed ziet wat er voor en na de pijl hoort en je niets vergeet over te nemen!

Slide 41 - Tekstslide

na wegstrepen van dezelfde deeltjes houd je over:

Slide 42 - Tekstslide

Invloed van het milieu
In het volgende filmpje laten we dezelfde reactie nog een keer zien, maar nu veranderen we het milieu.
In het eerste buisje zie je dezelfde proef als hiervoor (met zuur)
In het tweede buisje is geen zuur toegevoegd, alleen water
In het derde buisje is OH- toegevoegd.
Bekijk het verschil.

Slide 43 - Tekstslide

Stel de vergelijking op van de reactie tussen een oplossing van natriumsulfiet en kaliumpermanganaat in basisch milieu. Gebruik het stappenplan

Slide 44 - Tekstslide

Eigen werk
Maak opgave 9de, 10abc en 12ab
(stop na 30 minuten, maak het op een later moment af)
Leer H8.2
Het stappenplan leer je het beste door het heel vaak te gebruiken. 

Slide 45 - Tekstslide

Heb je nog vragen over deze les? stel die dan hier:

Slide 46 - Open vraag