- Je kunt de definitie van ethiek beschrijven;- Je kunt de begrippen normen en waarden beschrijven;
- Je kunt voorbeelden geven van normen en waarden;
- Je kunt de drie verschillende soorten ethische stromingen benoemen;
- Je begrijpt hoe de Bijbel een rol speelt bij het innemen van christelijk-ethische standpunten.
- Je weet wat het onderscheidende is aan christelijke ethiek t.o.v. algemene ethiek.
- Je begrijpt hoe de Bijbel een rol speelt bij het innemen van christelijk-ethische standpunten.
- Je kent het ethisch stappenplan en weet de stappen te benoemen.
Lesdoelen (blz.2)