oefenen paragraaf 1 tot en met 3

Waarom noemen wij de Gouden eeuw eigenlijk de Gouden eeuw?
A
Het ging heel goed met de handel en de kunst!
B
Er zijn toen veel schilderijen met gouden lijsten gemaakt
C
Het word gezien als de beste tijd ooit, vandaar 'gouden eeuw'
D
Er werd toen veel goud uitgegeven aan dure dingen
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waarom noemen wij de Gouden eeuw eigenlijk de Gouden eeuw?
A
Het ging heel goed met de handel en de kunst!
B
Er zijn toen veel schilderijen met gouden lijsten gemaakt
C
Het word gezien als de beste tijd ooit, vandaar 'gouden eeuw'
D
Er werd toen veel goud uitgegeven aan dure dingen

Slide 1 - Quizvraag

VOC
WIC
katoen
Amerika en Afrika
eerste aandelen
India en China
kaneel

Slide 2 - Sleepvraag

Beslissen over stadszaken
Beslissen over rechtspraak en belasting
Beslissen over oorlog en de VOC
Staten
Staten Generaal
Regenten

Slide 3 - Sleepvraag

Wat kwam eerst? Zet de verschillende organisaties of handelsvormen in de juiste volgorde.
VOC
Oosthandel
WIC

Slide 4 - Sleepvraag

Juist of onjuist?
Juist
Onjuist
De zeventiende eeuw was voor de Republiek een Gouden Eeuw.
De VOC deed aan kaapvaart.
De wereldeconomie kon ontstaan door de ontdekkingsreizen.
De WIC werd opgericht tijdens de tachtigjarige oorlog tegen Spanje.
Op de Amsterdamse beurs werd gehandeld in slaven.

Slide 5 - Sleepvraag

Wat zie je op deze
kaart?
A
Noordzeehandel
B
handelsgebied van de WIC
C
Handelsgebied van de VOC
D
De Oostzeehandel

Slide 6 - Quizvraag

Waarom was de Nederlandse Republiek in de Gouden Eeuw bijzonder?
A
Het ging met de handel goed
B
We waren een Republiek
C
Er was godsdienstvrijheid
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Waarom was Amsterdam belangrijk in de Gouden Eeuw?
A
Amsterdam was een stapelmarkt
B
In Amsterdam woonde de koning.
C
Toeristen vonden Amsterdam een mooie stad

Slide 8 - Quizvraag

De Nederlandse Republiek was bijzonder in de Gouden Eeuw omdat
A
Zij geen koning had
B
Vrouwen ook mochten stemmen
C
Zij heel veel handel dreven
D
Er tolerantie was

Slide 9 - Quizvraag

Waar of niet waar?

In de Gouden Eeuw was ongeveer 40% van de Amsterdammers afkomstig uit het buitenland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat was het gevolg van het rampjaar?
A
De verwoesting van Nederland
B
Het einde van een tijdperk
C
Einde van de Gouden eeuw van Nederland
D
De verwoesting van de VOC

Slide 11 - Quizvraag

Welke groep was het armst in de Gouden Eeuw?
A
Kooplieden
B
Regenten
C
Ambachtslieden
D
Bedelaars

Slide 12 - Quizvraag

Welke groep mensen was het rijkst in de Gouden Eeuw?
A
Kooplieden
B
Regenten
C
Ambachtslieden
D
Bedelaars

Slide 13 - Quizvraag

Hieronder staan vier bevolkingsgroepen uit de Republiek in de 17e eeuw. Noteer de cijfers in de juiste volgorde van rijk naar arm.
1. arbeiders 2. armen 3. boeren en burgers 4. kooplieden en bestuurders

A
4, 3, 1, 2
B
3, 4, 2, 1
C
4, 1, 3, 2
D
2, 3, 1, 4

Slide 14 - Quizvraag

Hoe werd het bestuur van een gewest genoemd?
A
Staten-Generaal
B
Provinciale Staten
C
Gewestelijke Staten
D
Graafschappen

Slide 15 - Quizvraag

Wie nam de beslissing:

De verkoopprijs van peper wordt verhoogd.
A
De Staten
B
De Staten-Generaal

Slide 16 - Quizvraag

Wie nam de beslissing:

De haven van Rotterdam wordt uitgebreid.
A
De Staten
B
De Staten-Generaal

Slide 17 - Quizvraag

Wie was de legeraanvoerder van de Republiek?
A
Stadhouder
B
Koning
C
Gewestelijke Staten
D
Staten-Generaal

Slide 18 - Quizvraag

Welk bestuur mag beslissen over:
Het voeren van oorlog
A
Staten
B
Staten Generaal
C
Regenten

Slide 19 - Quizvraag

Raadspensionaris ( 2 antwoorden)
A
opperbevelhebber Staatse leger
B
hoofd van Staten-Generaal
C
benoemt regenten
D
onderhandeld met het buitenland

Slide 20 - Quizvraag

De VOC kreeg verschillende bevoegdheden van de Staten Generaal. Welke hoort daar NIET bij?
A
Het voeren van oorlogen
B
Het sluiten van verdragen met buitenlandse vorsten
C
Het bouwen van forten en nederzettingen
D
Het ontbinden van de Staten-Generaal

Slide 21 - Quizvraag