Mavo 4 24-25 periode 2 week 3 5.3 en 5.4

Welk van onderstaande is GEEN collectieve voorziening?
A
Privé school
B
Waterschappen
C
Brandweer
D
Snelweg
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welk van onderstaande is GEEN collectieve voorziening?
A
Privé school
B
Waterschappen
C
Brandweer
D
Snelweg

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ondernemingsvorm met prive aansprakelijkheid en 1 eigenaar...
A
NV
B
BV
C
Eenmanszaak
D
VoF

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen 5.3
1. R - de leerling kent het begrip solidariteitsbeginsel.
2. T1 - de leerling kan uitleggen hoe dit beginsel helpt om de welvaart gelijkmatiger over de bevolking te verdelen.
3. R - de leerling kent het hele schema van sociale zekerheid invullen.
4. R - de leerling weet welke sociale verzekeringen er zijn.
5. T1 - de leerling kan uitleggen waarom Nederland een verzorgingsstaat is.



Slide 5 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Dit gaat via sociale premies en loonheffing

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak van paragraaf 5.3 de vragen 4, 5 en 6
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen 5.4
1. R - de leerling weet wat een begroting is.
2. R - de leerling weet wat men bedoelt met het Rijk.
3. R - de leerling kan inkomsten van het Rijk benoemen met daarin een onderscheid tussen directe/indirecte belastingen en niet-belasting ontvangsten.
4. R - de leerling kan uitgaven van het Rijk benoemen.
5. T2 - de leerling kan een Rijksbegroting opstellen en bepalen of er sprake is van een overschot of een tekort.


Slide 11 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijksbegroting opstellen
Van de docent krijg je een A4 papier. Hier maak je de Rijksbegroting op.
Verwerk de inkomsten en uitgaven in de begroting en bepaal of er een overschot of een tekort is.
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
Maak vraag 7 op blz 152. Daarnaast maak je herhalingsopdrachten 14 en 17 op blz 157
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting
1. R - de leerling kent het begrip solidariteitsbeginsel.
2. T1 - de leerling kan uitleggen hoe dit beginsel helpt om de welvaart gelijkmatiger over de bevolking te verdelen.
3. R - de leerling kent het hele schema van sociale zekerheid invullen.
4. R - de leerling weet welke sociale verzekeringen er zijn.
5. T1 - de leerling kan uitleggen waarom Nederland een verzorgingsstaat is.

1. R - de leerling weet wat een begroting is.
2. R - de leerling weet wat men bedoelt met het Rijk.
3. R - de leerling kan inkomsten van het Rijk benoemen met daarin een onderscheid tussen directe/indirecte belastingen en niet-belasting ontvangsten.
4. R - de leerling kan uitgaven van het Rijk benoemen.
5. T2 - de leerling kan een Rijksbegroting opstellen en bepalen of er sprake is van een overschot of een tekort.

Slide 17 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

    Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  •  ...

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 19 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.