R- vraag: hoe noemen we deze figuren?
T-vraag: noem 2 verschillen tussen een vlieger en een parallellogram.
R-vraag:
- Op welke manier zijn ze symmetrisch?
- Hoeveel symmetrie-assen?
- Wat kan je zeggen over de diagonalen? (lengte, hoeken die ze met elkaar maken)
- Wat kan je zeggen over de zijdes?