H3 P1 W7 Lesson 2: Herhaling Grammar Theme 2

Welcome ZH3A

Good morning!

Herhalingsweek
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome ZH3A

Good morning!

Herhalingsweek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • PTO information
  • Repeat grammar:
For today's lesson:
- Not...either, etc
- Prepostions of direction
- Modals 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I can understand grammar!!


Lesson goal

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • So (ook): bevestigende zin -> iets geldt ook voor jou.
- "She likes dogs. So do I." "I'm tired. So am I."
  • Not..either, nor, neither (ook niet): ontkennende zin -> iets geldt ook niet voor jou.
-"He doesn't believe in ghosts. Neither do I." "Their trip wasn't great. Neither was ours."
-"He doesn't believe in ghosts. I do not believe in them either."
-"He doesn't believe in ghosts. Nor do I." " They didn't like her new album. Nor did my sister."
Neither and nor: samen in 1 zin -> verbind 2 negatieve dingen.
-"Neither Sam, nor his mates went to the party."
-"Neither I, nor my parents found the play fun."


Neither....

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iets ook voor jou geldt.
.
.
.
Wanneer iets ook niet voor jou geldt.
.
.
.
Verbind 2 negatieve dingen.
.
.
.
so
neither
not...either
nor
nor
neither

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

_____Jim, nor his girlfriend celebrated valentines day.
A
Either
B
Nor
C
So
D
Neither

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Max loves to read all night,____do I.
A
Either
B
Nor
C
So
D
Neither

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bram doesn't think Stacey cheated on the test.
I don't think so _____.
A
Either
B
Nor
C
So
D
Neither

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My dog is tired after the run,____ am I.
A
Either
B
Nor
C
So
D
Neither

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neither Jackson, __ I went to the match
A
Either
B
Nor
C
So
D
Neither

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eric doesn't like chips.
I don't like them _____
A
Either
B
Nor
C
So
D
Neither

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Voorzetsel van beweging geven aan in welke richting iets of iemand zich beweegt. 
Prepositions of direction

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorzetsels van beweging zijn er?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Prepositions of direction

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You can go _____ the road here.
A
up
B
across
C
through
D
out of

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The woman walks _____ the house.
A
round
B
onto
C
into
D
under

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The fish is jumping _____ the water.
A
up
B
through
C
over
D
out of

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He climbed _____ the ladder.
A
up
B
under
C
past
D
towards

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We are driving _____ the sea.
A
over
B
towards
C
out of
D
up

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The arrow goes _____ the circle.
A
into
B
round
C
past
D
through

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He is falling _____ the block of flats.
A
towards
B
off
C
to
D
round

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The plane if flying _____ the clouds.
A
under
B
over
C
into
D
across

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Are you _____ Canada?

A
to
B
towards
C
across
D
from

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Types of Modals: 2
Modals for obligations: Must, Have to, Should, Ought to 
Should = zou (eigenlijk) moeten, vooral bij advies/afraden
Must = moeten (als je zelf vindt dat iets moet)
Have to = moeten (als iemand anders vindt dat iets moet)
Ought to = dienen (jezelf en andere advies te geven)
"I must finish this book this afternoon."
"You have to be on time tomorrow." 
"You should really pay more attention in class."
"I ought to go to the gym."

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. You _____ leave your door unlocked when you go out.
A
Shouldn't
B
Mustn't
C
Have not

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. This is impossible. It _____ be a mistake!
A
Should
B
Must
C
Have to
D
Might

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11. If you want to work in the USA, you ______ speak proper English
A
Should
B
Must
C
Have to

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

12. You look like you're ill. You ____ go to school today.
A
Shouldn't
B
Mustn't
C
Don't have to

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

13. Tomorrow is Sunday, so I _____ go to school!
A
Shouldn't
B
Mustn't
C
Don't have to

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

15. If you follow my advice, it ____ be easy.
A
Should
B
Must
C
Has to

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

14. I ___ remember to feed the dog.
A
Should
B
Must
C
Have to

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Go to Gimkit.com/live and enter the code

Vocabulary game

Slide 32 - Tekstslide

Link:
https://www.gimkit.com/view/614ab4d163184c00239bb1d3