Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 par. 3.2 Het ancien régime
Memo havo 2
H3. De tijd van pruiken en revoluties
De Franse Revolutie
par. 3.2 Het ancien régime
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Memo havo 2
H3. De tijd van pruiken en revoluties
De Franse Revolutie
par. 3.2 Het ancien régime
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Hoofdvraag: Hoe zag de Franse samenleving eruit in de 18e eeuw?
Je kunt uitleggen dat de Franse samenleving was ingedeeld in groepen (standen) met ieder hun eigen plaats en taken.
Je kunt uitleggen dat er grote verschillen binnen de derde stand bestonden.
Je kunt uitleggen hoe privileges voor ongelijkheid in de Franse samenleving zorgden.
Je kunt uitleggen waarom verschillende groepen binnen de derde stand ontevreden waren.
Je kunt uitleggen hoe Frankrijk in de 18e eeuw bestuurd werd.
Je kunt uitleggen waarom koning Lodewijk XVI de Staten-Generaal bijeen riep.
Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.
Slide 2 - Tekstslide
Standensamenleving
De bevolking van Frankrijk was een
standenmaatschappij
.
Je geboort bepaalt je stand.
De bevolking was verdeeld in 3 standen:
1e stand: geestelijkheid.
2e stand: adel.
3e stand: de rest van de bevolking (ongeveer 98%)
Slide 3 - Tekstslide
Standensamenleving
Iedere stand had zijn eigen taak:
1e stand: bidden.
2e stand: vechten en koningen helpen bij bestuur.
3e stand: werken en voedsel verbouwen.
Slide 4 - Tekstslide
Standensamenleving
Binnen de 3e stand waren de verschillen groot:
Tot deze stand behoorden: (in volgorde van belangrijkheid!)
Rijke burgers
(zonder titel) in de steden. (kooplieden, rechters, bankiers etc). Deze laag wordt ook wel de
bourgeoisie
genoemd.
Ambachtslieden en winkeliers
De
boeren
op het platteland en
arme arbeiders
in de steden.
Slide 5 - Tekstslide
Standensamenleving
De onderste laag van de 3e stand moest hard werken (vooral de boeren).
Ze bezaten maar een klein stukje land of pachtten dit van hun landheer ( huren).
Na betaling van pacht en belastingen bleef er vaak weinig over.
Slide 6 - Tekstslide
Standensamenleving
Ondanks dat sommigen in de 3e stand rijk waren, hadden ze geen privileges (voorrechten).
Ze konden geen belangrijke baan in de kerk, bestuur of leger krijgen.
Slide 7 - Tekstslide
Standensamenleving
Van stand wisselen
Vanuit de 3e stand kon je in de 1e stand terecht komen, dan werd je een lage geestelijke (priester, monnik, non).
Vanuit de 2e stand kon je in de 1e stand terecht komen, dan werd je een hoge geestelijke (bisschoppen, paus, kardinaal).
Vanaf je geboorte zat je in de 2e stand, je kon hier dus niet later in terecht komen.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is een standensamenleving?
A
Een samenleving vol gelijkheid
B
Een samenleving die verdeeld was in verschillende standen
C
Een samenleving die draaide om het geloof
D
Een samenleving geregeerd door de geestelijkheid
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel standen waren er in Frankrijk?
A
1 stand
B
2 standen
C
3 standen
D
4 standen
Slide 10 - Quizvraag
Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, burgers & boeren/arbeiders
C
Geestelijken, adel, burgers & boeren/arbeiders
Slide 11 - Quizvraag
Voorrechten
Alleen de 1e en 2e stand hadden dus privileges:
Alleen edelen konden hoge banen in het leger, bestuur of de kerk krijgen.
De 1e en 2e stand hoefden geen belasting te betalen, maar mochten wel belasting innen.
De 1e en 2e stand hadden hun eigen rechtbank.
Slide 12 - Tekstslide
Voorrechten
Plichten van de 3e stand:
Boeren moesten minimaal 1 dag per week gratis werken voor de 1e en 2e stand werken (= herendiensten).
Mensen uit de 3e stand moesten wèl belasting betalen
Mensen uit de 3e stand kregen zwaardere straffen voor een misdrijf dan de geestelijken of edelen.
Slide 13 - Tekstslide
Voorrechten
De 3e stand was dus de enige stand die belasting betaalde.
Het betalen van belastingen veroorzaakte grote problemen.
Mensen betaalden ook extra belasting als ze producten kochten: bijv. voedsel (3/4 van de staatsinkomsten).
De belastingen op voedsel werden verhoogd.
Maar voedsel werd zo wel erg duur: probleem voor de armen!
Slide 14 - Tekstslide
Voorrechten
Ook als een oogst mislukte, moesten boeren belasting betalen.
De mensen uit de 3e stand werden steeds bozer.
Rijke burgers konden de belastingen wel betalen, maar vonden het oneerlijk dat ze geen inspraak in het bestuur hadden.
Slide 15 - Tekstslide
Welke van de drie standen werd ongelijk behandeld?
A
de 1e stand
B
de 2e stand
C
de 3e stand
Slide 16 - Quizvraag
Welke standen hadden vooral rechten?
A
De boeren, burgers en de adel
B
De adel en de geestelijkheid
C
De geestelijkheid, de boeren en burgers
D
De burgers, adel en geestelijkheid
Slide 17 - Quizvraag
"We betalen wel belasting, maar hebben geen inspraak. Dat is oneerlijk!"
Bij welke groep hoort deze uitspraak?
A
Boeren
B
Rijke burgers
C
Edelen
D
Geestelijken
Slide 18 - Quizvraag
Een machtige vorst
Aan het einde van de 18e eeuw was Lodewijk XVI koning van Frankrijk.
Hij had alle macht in handen, zoals dat al eeuwen zo was in Frankrijk: Hij was een
absoluut vorst
.
Slide 19 - Tekstslide
Een machtige vorst
Lodewijk XVI regeerde vanuit Versailles, zijn paleis net buiten Parijs.
Slide 20 - Tekstslide
Een machtige vorst
Bij het besturen liet Lodewijk XVI zich adviseren door geestelijken en edelen.
Later zouden we deze bestuursvorm het
ancien régime
noemen.
Slide 21 - Tekstslide
Een machtige vorst
Toen Lodewijk XVI koning werd, waren er grote problemen.
Frankrijk was wel welvarend, maar toch dreigde het bestuur haast failliet te gaan rond 1788.
De uitgaven aan oorlogen waren te hoog.
Er waren teveel schulden die weer zorgden voor hoge rentes die betaald moesten worden.
Slide 22 - Tekstslide
Een machtige vorst
Een ander probleem waren de uitgaven van het koninklijk echtpaar.
De Franse koningin Marie Antoinette was niet populair in Frankrijk.
Slide 23 - Tekstslide
Een machtige vorst
Ze had hele dure kleding en gaf decadente feestjes.
Haar bijnaam was ‘Madam Tekort’ en de Fransen zagen haar als het symbool van de rijke bevolkingslaag waar ze een hekel aan hadden.
Slide 24 - Tekstslide
Hoe komt het dat de schatkist van Frankrijk bijna leeg was?
A
Te dure oorlogen
B
Teveel schulden en daardoor hoge rentes
C
De uitgaven van het koningspaar
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 25 - Quizvraag
Een machtige vorst
Nòg meer belasting heffen was haast onmogelijk voor de koning.
Dus moest er een wijziging komen in het belastingsysteem.
Slide 26 - Tekstslide
Een machtige vorst
De koning bedacht de oplossing: de adel en geestelijkheid moesten ook belasting gaan betalen.
Daarvoor had hij de Staten-Generaal nodig.
Slide 27 - Tekstslide
Een machtige vorst
Die waren al 175 jaar niet meer bij elkaar geweest.
De vertegenwoordigers van de standen moesten de plannen van de koning goedkeuren.
Slide 28 - Tekstslide
Een machtige vorst
Toen de belastingen werden besproken werd het al snel ruzie…..
Slide 29 - Tekstslide
Hoe wilde Lodewijk XVI de geldproblemen oplossen?
A
De 3e stand nog meer belasting laten betalen
B
De 1e en 2e stand ook belasting laten betalen
Slide 30 - Quizvraag
Waarom was het bijzonder dat Lodewijk XVI de Staten-Generaal bij elkaar riep?
A
Een absoluut vorst regeert alleen
B
Dit was al 175 jaar lang niet voorgekomen
C
A en B zijn allebei juist
D
A en B zijn allebei onjuist
Slide 31 - Quizvraag
Leerdoelen
Hoofdvraag: Hoe zag de Franse samenleving eruit in de 18e eeuw?
Je kunt uitleggen dat de Franse samenleving was ingedeeld in groepen (standen) met ieder hun eigen plaats en taken.
Je kunt uitleggen dat er grote verschillen binnen de derde stand bestonden.
Je kunt uitleggen hoe privileges voor ongelijkheid in de Franse samenleving zorgden.
Je kunt uitleggen waarom verschillende groepen binnen de derde stand ontevreden waren.
Je kunt uitleggen hoe Frankrijk in de 18e eeuw bestuurd werd.
Je kunt uitleggen waarom koning Lodewijk XVI de Staten-Generaal bijeen riep.
Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.
Slide 32 - Tekstslide
Maak
§2.6 §3.2 & §3.3 ( 3, 5, 6, 7, 8, 10, 11)
Slide 33 - Tekstslide
Aan de slag
Wat?
Zie whiteboard.
Hoe?
Alleen
Hulp?
Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent.
Tijd?
Tot het einde van de les.
Klaar?
Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent.
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H3 par. 2 Het ancien régime
Januari 2020
- Les met
34 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H3 par 2: Ancien regime: standensamenleving in de problemen
Juni 2023
- Les met
40 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3 par 2: Ancien regime: standensamenleving in de problemen
Januari 2021
- Les met
46 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
1. Een oneerlijke verdeling
Juni 2019
- Les met
30 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
Mei 2019
- Les met
26 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
Maart 2018
- Les met
26 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
September 2017
- Les met
26 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl
1. Een oneerlijke verdeling
December 2018
- Les met
28 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Geschiedenisleraar.nl