Je stemt op volksvertegenwoordigers die in het parlement komen en daar wetten maken namens jou.
Slide 6 - Tekstslide
Nederland heeft...
Het parlement: De eerste en tweede kamer
De regering: Koning + ministers
Slide 7 - Tekstslide
PARLEMENT: 1e+2e kamer
- Wetten maken & aannemen - Controleert ministers - Vergaderen
REGERING: ministers(+koning)
- Bedenkt wetten - Wetten uitvoeren - Vergaderen
Slide 8 - Tekstslide
Nog even over die democratie
Democratie = het volk beslist
Drie kenmerken:
Verkiezingen 2. Vrijheid van meningsuiting 3. Gebaseerd op de Trias Politica
Slide 9 - Tekstslide
Trias Politica
Bedacht tijdens de Franse Revolutie
"Scheiding der drie machten": 1. Wetgevende macht 2. Uitvoerende macht 3. Rechtgevende macht
Om misbruik te voorkomen
Slide 10 - Tekstslide
Het Parlement is de baas
Controlerende bevoegdheden
Wetgevende bevoegdheden
De Tweede Kamer spreekt namens de burgers = een parlementaire democratie
Slide 11 - Tekstslide
§4.1 De rechten van de ministers en de Eerste en Tweede Kamer
Slide 12 - Tekstslide
Parlementaire rechten
Bepaalde taken (rechten) waar het parlement zich mee bezig mag houden:
Budgetrecht,
Enqûeterecht, Recht van interpellatie, Amendementsrecht,
Recht van initiatief
Slide 13 - Tekstslide
Van wetsvoorstel naar wet
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Van wetsvoorstel tot wet
Slide 34 - Tekstslide
Hoe noem je het parlementaire recht om een wetsvoorstel in te dienen?
A
Budgetrecht
B
Recht van initiatief
C
recht van Amendement
D
Stemrecht
Slide 35 - Quizvraag
Hoe noem je het parlementaire recht om de begroting goed of af te keuren?
A
budgetrecht
B
recht van initiatief
C
vragen recht
D
motierecht
Slide 36 - Quizvraag
Vraag 4: Wetten moeten eerst goedgekeurd worden door
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Koning
D
Minister
Slide 37 - Quizvraag
7: Wie heeft er geen wetgevende macht?
A
Rechter
B
Koning
C
Minister
D
Eerste Kamer
Slide 38 - Quizvraag
1. Lees tekst 1. Waar wordt het uiteindelijk besluit over de aanpassingen genomen?
A
Eerste Kamer
B
Provinciale Staten
C
Tweede Kamer
D
Kabinet
Slide 39 - Quizvraag
11. De regering dient moties in om wetten te kunnen wijzigen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 40 - Quizvraag
Vraag 4: Wetten moeten eerst goedgekeurd worden door
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Koning
D
Minister
Slide 41 - Quizvraag
16. Een gemeente mag regels invoeren die een aanvulling zijn op landelijke wetten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 42 - Quizvraag
1
2
3
4
5
wetsvoorstel wordt besproken in Tweede Kamer
wetsvoorstel wordt besproken in de Eerste Kamer
er worden amendementen op het wetsvoorstel ingediend
de wet wordt ondertekend door de minister en koning
de wet wordt gepubliceerd in het staatsblad
Slide 43 - Sleepvraag
Wat is de juiste volgorde? A de tweede kamer brengt amendementen in een wet aan B de eerste kamer neemt een wet aan c de ministers en koningen ondertekenen de wet d de tweede kamer neemt de wet aan e een minister dient een wetsvoorstel in