2.3 Kringlopen

Thema Ecologie
BASISSTOF 3; KRINGLOPEN
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema Ecologie
BASISSTOF 3; KRINGLOPEN

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe voedselketens een voedselkringloop worden;
2. Je kunt uitleggen hoe de kringloop van fotosynthese en verbranding zijn  verbonden met de koolstofkringloop;
3. Je kunt de koolstofkringloop beschrijven en uitleggen;
4. Bij een afbeelding van de stikstofkringloop kun je uitleggen wat er gebeurt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

In het filmpje ontbrak een belangrijke schakel in de voedselketen. Welke?

Slide 4 - Open vraag

Welke voedingsstoffen heeft de eerste schakel van een voedselketen nodig?
A
Anorganische stoffen voor de verbranding
B
Organische stoffen voor de verbranding
C
Anorganische stoffen voor de fotosynthese
D
Organische stoffen voor de fotosynthese

Slide 5 - Quizvraag

In welke schakel van de voedselketen is de hoeveelheid energierijke stoffen het grootst? Waardoor?
A
1e, doordat het aantal individuen het grootst is
B
1e, doordat uit elke schakel energie verdwijnt uit de voedselketen
C
2e, doordat het aantal individuen het grootst is
D
2e, doordat in elke schakel energie wordt opgenomen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof ==>
dus de C

Tijdens fotosynthese en verbranding gaan de koolstofatomen van de ene stof over in de andere.
Dus van CO2, naar glucose, naar CO2

Slide 9 - Tekstslide

Voedselkringloop
Koolstofkringloop

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

In de koolstofkringloop worden dode dieren afgebroken tot anorganische stoffen. Door welke groep wordt dat gedaan?
A
Producenten
B
Reducenten
C
consumenten
D
Afvaleters

Slide 13 - Quizvraag

In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
A
planten
B
dieren
C
dieren en schimmels
D
zowel planten, dieren als schimmels

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste term bij de juiste nummers:

  • eten van energierijk plantaardig voedsel
  • verbranding van fossiele brandstoffen
  • verbranding door dieren
  • afbreken van dode organismen door schimmels en bacteriën
  • vorming van fossiele brandstoffen
  • verbranding door schimmels en bacteriën
  • fotosynthese

Slide 15 - Tekstslide

opdrachten maken
maak eerst opdracht 17 tm 19!

Daarna bespreking van deze opdrachten.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Stikstofkringloop

Slide 19 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • stikstof in de bodem = nitraat (NO3-)
  • planten nemen nitraat, via water, met hun wortels op
  • glucose + nitraat --> plantaardige eiwitten
  • herbivoren eten plantaardige eiwitten
  • deel plantaardige eiwitten --> dierlijke eiwitten
  • eiwitten komen terecht in uitwerpselen, dode planten/dieren
  • rottingsbacteriën verteren die eiwitten tot ammoniak (NH3)
  • ammoniak + water --> ammonium (NH4+)
  • bodembacteriën zetten ammonium weer om in nitraat

Slide 20 - Tekstslide

Wortelknolletjes
Stikstofkringloop
  • stikstof kan ook als stikstofgas (N2)in de lucht verdwijnen
  • stikstofbindende bacteriën kunnen stikstofgas opnemen
  • deze bacteriën leven in wortelknolletjes
  • opgenomen stikstofgas komt als nitraat weer in de bodem

Slide 21 - Tekstslide

Wat neemt de plant op via de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 22 - Quizvraag

Welke stikstofrijke stof zit er in urine van koeien?
A
ammoniak
B
nitriet
C
nitraat
D
ureum/urinezuur

Slide 23 - Quizvraag

opdrachten maken
maak 20, 21 en 22!

Daarna bespreking van deze opdrachten.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide