Vragen bij tekst 'Eigenzinnig met zijn allen'

Eigenzinnig met zijn allen
Leesvaardigheid H4
Vragen bij de tekst
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Eigenzinnig met zijn allen
Leesvaardigheid H4
Vragen bij de tekst

Slide 1 - Tekstslide

Moeilijke
woorden

Slide 2 - Woordweb

1) Welke van onderstaande uitspraken past het best bij alinea 1 van de tekst ‘Eigenzinnig met zijn allen’?

Alinea 1
A
bevat een anekdote als introductie van het onderwerp van de tekst.
B
formuleert de probleemstelling van de tekst.
C
geeft een verklaring van de titel van de tekst.
D
noemt de aanleiding voor het schrijven van de tekst.

Slide 3 - Quizvraag

2) De titel van de tekst is ‘Eigenzinnig met zijn allen’. Citeer uit alinea 3 het zinsgedeelte dat de betekenis van de titel het best weergeeft.

Slide 4 - Open vraag

3) In de alinea’s 2 tot en met 5 worden drie redenen genoemd die de fietsende Nederlander kan hebben om geen helm te willen dragen.
Noem deze drie redenen. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.

Slide 5 - Open vraag

4) In de alinea’s 2 tot en met 5 worden twee voorwaarden uitgelegd waaraan moet zijn voldaan, opdat de fietsende Nederlander wel een helm zal opzetten.
Noem deze twee voorwaarden. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.

Slide 6 - Open vraag

5) Volgens alinea 6 zijn het rookverbod in de horeca en het alcoholverbod voor jongeren onder de achttien jaar nog niet succesvol.
Welke twee redenen noemt de tekst voor het feit dat die verboden niet in alle opzichten succesvol zijn? Baseer je antwoord op de alinea’s 2 tot en met 6.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.

Slide 7 - Open vraag

6) ‘Sterker, we verwachten meer van de overheid dan ooit tevoren.’ (regel 71)
Waarom vinden burgers het volgens de tekst ‘Eigenzinnig met zijn allen’ nu nog belangrijker dan vroeger dat de overheid ons beschermt?
A
De burgers nemen zelf steeds meer risico’s.
B
De overheid heeft als enige de mogelijkheden om bescherming te bieden.
C
De samenleving wordt steeds gevaarlijker.
D
Het sociale vangnet van burgers dat bescherming bood, bestaat niet meer.

Slide 8 - Quizvraag

7) ‘“Veiligheidsutopie”, noemt Boutellier deze paradox in zijn gelijknamige boek.’ (regels 77-78)
Leg uit wat de genoemde paradox in de houding van de Nederlanders ten opzichte van de overheid inhoudt. Baseer je antwoord op de alinea’s 9 en 10. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en in maximaal 25 woorden.

Slide 9 - Open vraag

8) In de tekst ‘Eigenzinnig met zijn allen’ staat een alinea waarvan de informatie zonder meer weggelaten kan worden in een samenvatting van de tekst, zonder de informatiewaarde van de tekst tekort te doen.
Welke alinea is dat?

Slide 10 - Open vraag

Wat vind jij van de opvatting dat de Nederlandse eigenzinnigheid maar relatief is?

Slide 11 - Open vraag