Let bij het maken van samengestelde zinnen op de woordvolgorde. Samengestelde zinnen moeten grammaticaal kloppen.
Slide 10 - Tekstslide
Welke zin is grammaticaal goed?
A
- Omdat de zon schijnt, hij gaat zwemmen.
B
- Hij gaat zwemmen, omdat schijnt de zon.
C
- Hij gaat zwemmen, want de zon schijnt.
D
- Hij gaat zwemmen, want schijnt de zon.
Slide 11 - Quizvraag
Pv vinden
In een samengestelde zin gebruik je de tijdproef om de persoonsvormen te vinden.
Hoe zat dat ook al weer?
Slide 12 - Tekstslide
Vind de pv's: In de dierentuin was geen dier te zien, omdat ze allemaal sliepen.
Slide 13 - Woordweb
Noteer de pv's en het voegwoord: Judith gaf haar vriendin een cadeaubon, omdat zij haar rijbewijs had gehaald.
Slide 14 - Open vraag
Hoe vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen?
Slide 15 - Open vraag
samengestelde zinnen
Ik ga naar de dokter. Ik voel me ziek.
Ik ga naar de dokter, omdat ik me ziek voel.
Omdat ik me ziek voel, ga ik naar de dokter.
Een zin kan ook beginnen met het voegwoord. Tussen de 2 persoonsvormen staat dan altijd een komma.
Slide 16 - Tekstslide
Goede samengestelde zinnen
- Omdat de zon schijnt, gaat hij zwemmen.
- Hij gaat zwemmen, omdat de zon schijnt.
- Hij gaat zwemmen, want de zon schijnt.
Slide 17 - Tekstslide
Noteer de persoonsvormen en de onderwerpen van deze samengestelde zin. Wanneer je vlees goed verhit, dood je de bacteriën. Zo noteren: woord komma woord (geen spatie)
Slide 18 - Open vraag
Benoem de persoonsvormen en het voegwoord van deze samengestelde zin: Lisa stopte 10 euro in haar portemonnee en ze besloot niet meer geld uit te geven.