P2- LW2 Mod 12 4.2 Acute aandoeningen bij ouderen

Module 12 
Werken in de VT
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module 12 
Werken in de VT

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4.2
Acute aandoeningen bij ouderen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les kun je verschillende acute aandoeningen benoemen bij ouderen

Na deze les weet je wat het griepvirus, longontsteking en blaasontsteking inhoudt

Slide 3 - Tekstslide

Acute aandoeningen bij ouderen

Slide 4 - Woordweb

Acute aandoeningen bij ouderen
- griep
- blaasontsteking
- longontsteking

Kunnen grote gevolgen hebben voor ouderen.
Vaak lastig om deze ziekten te herkennen.
Ouderen kunnen hele andere klachten krijgen dan andere mensen.

Slide 5 - Tekstslide

Griepvirus

Slide 6 - Woordweb

Hoe verschilt het coronavirus van het griepvirus?
A
Verschilt nauwelijks
B
Griep is veel ernstiger
C
In korte tijd veel meer mensen ziek
D
Corona raakt alleen ouderen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet het virus dat griep veroorzaakt?
A
verkoudheidsvirus
B
griepvirus
C
influenzavirus
D
coronavirus

Slide 8 - Quizvraag

De griepprik wordt jaarlijks aan veel mensen gegeven. Wat wordt er toegediend in een griepprik?
A
Antibiotica tegen het griepvirus
B
Antistoffen tegen het griepvirus
C
Antistoffen tegen het griepvirus
D
Onschadelijk gemaakte griepvirussen

Slide 9 - Quizvraag

Mijn zus bleek ............. te zijn voor dit zeer besmettelijke griepvirus.
A
autoritair
B
immuun
C
lokaal
D
daadkrachtig

Slide 10 - Quizvraag

Influenza
A
Griepvirus
B
Bacterie
C
Longonsteking

Slide 11 - Quizvraag

Zijn de volgende stellingen goed of fout?

I Griepvirus is hetzelfde als het influenzavirus
II Griep is een besmettelijke ziekte

A
I is goed II is fout
B
I is fout II is goed
C
I is goed II is goed
D
I is fout II is fout

Slide 12 - Quizvraag

Waardoor wordt influenza veroorzaakt?
A
griepvirus
B
aanrakingen
C
besmetting bloed
D
niezen of hoesten

Slide 13 - Quizvraag

Welke symptomen horen bij de griep?

Slide 14 - Open vraag

Hoe verspreidt een griepvirus zich?
A
door de lucht
B
door aanraking
C
kan allebei

Slide 15 - Quizvraag

Antigeen of antistof?
Een griepvirus dat binnendringt in je lichaam is een...
A
antigeen
B
antistof

Slide 16 - Quizvraag

Welk virus gaat gepaard met heftige krampen en diarree?
A
Norovirus
B
Griepvirus
C
Coronavirus
D
Rsvirus

Slide 17 - Quizvraag

Het griepvirus kan snel … daarom hebben we elk jaar een griepvaccin nodig.
A
verspreiden
B
vermeerderen
C
veranderen
D
vergaan

Slide 18 - Quizvraag

Waar of niet waar: Griepvirussen kunnen drie dagen overleven op een toetsenbord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Longontsteking

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Longontsteking
- komt veel voor bij ouderen
- van alle mensen die een longontsteking hebben, is de helft ouder dan 65 jaar
- longontsteking kan een levensbedreigende situatie opleveren

Slide 22 - Tekstslide

Symptomen longontsteking
- niet altijd hoesten of koorts
- verwardheid
- slechter eten
- pijn op de borst

Slide 23 - Tekstslide

Longontsteking die veroorzaakt wordt door verslikking heet aspiratiepneumonie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Ander woord voor longsteking is
A
apathie
B
pneumonie
C
domotica
D
osteoporose

Slide 25 - Quizvraag

Aspiratiepneumonie
Door verslikking komt een ongewone stof (zoals voedsel, water of braaksel) in de longen terecht, waardoor de longen gaan ontsteken.

Slide 26 - Tekstslide

Blaasontsteking

Slide 27 - Tekstslide

Als eens blaasontsteking gehad?

Vertel......

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Let op bij ouderen !!
- ouderen zijn extra vatbaar (verminderde afweer, anatomie van de luchtwegen verandert door veroudering)
- urineretentie (na het plassen blijft vaak urine achter)
- incontinentie
- ontsteking kan zich ook uitbreiden naar andere gedeelten van het lichaam
- gevolg: delier

Slide 30 - Tekstslide

Advies
- bij aandrang direct naar toilet gaan
- neem rustig de tijd om uit te plassen
- voldoende drinken (1,5 tot 2 liter water per dag)

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag !!
Maak opdracht 4, 5 en 6 uit je opdrachtenboek pag. 31 - 32 

Slide 32 - Tekstslide