In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
lees de tekst
- duidt moeilijke woorden aan in de tekst
Slide 1 - Tekstslide
Waarover gaat de tekst?
Slide 2 - Open vraag
lees de tekst nog een keer
- onderstreep de woorden en stukjes van zinnen die belangrijk zijn.
Slide 3 - Tekstslide
tekstschema
Vul het tekstschema bij de tekst in.
Slide 4 - Tekstslide
Lees het stukje onder Nuttig. Bespreek wat de belangrijkste informatie van dit stukje is. Welke zinnen vatten de tekst onder dit kopje het beste samen?
A
Er zijn heel veel soorten insecten. We hebben insecten nodig. Want zonder insecten zou het leven op aarde lastig zijn.
B
Insecten bestuiven planten. Ook verwijderen insecten mest. En insecten eten dode dieren en zelfs elkaar op.
C
Veel vogels eten insecten. En ook veel mensen eten insecten. 14.000 soorten insecten zijn namelijk eetbaar.
Slide 5 - Quizvraag
Lees het stukje onder Bedreigd. Bespreek wat de belangrijkste informatie van dit stukje is. Welke zinnen vatten de tekst onder dit kopje het beste samen?
A
Als het zo doorgaat, zijn er over honderd jaar geen insecten meer. Dieren die enkel insecten meer eten, verdwijnen dan ook.
B
Het gaat niet goed met de insecten. Veel insectensoorten verminderen of zijn met uitsterven bedreigd.
C
Twee wetenschappers – een Australiër en een Belg – schrijven dat 40 procent van
alle insectensoorten vermindert.
Slide 6 - Quizvraag
Lees het stukje onder Landbouw en huizen. Bespreek wat de belangrijkste informatie van dit stukje is. Welke zinnen vatten de tekst onder dit kopje het beste samen?
A
Boeren kweken heel veel dezelfde planten. Op maïsvelden vind je maar één gewas, namelijk maïs. Insecten hebben juist variatie nodig.
B
Insecten sterven uit door landbouw en doordat we meer huizen bouwen. Er zijn meer bossen, natuurgebieden en rivieren nodig.
C
Ook bij ons hebben insecten het moeilijk. Er zijn minder bijen, vlinders en libellen dan vroeger. Maar ook motten, kevers en vliegen.
Slide 7 - Quizvraag
Lees de tekst onder het kopje Nuttig. Welke nuttige dingen doen insecten? Schrijf drie dingen op.
Slide 8 - Open vraag
Regel 24 Insecten hebben juist variatie nodig. Wat is de variatie? Als er variatie is, dan zijn de dingen ...
A
interessant
B
kleurig
C
verschillend
Slide 9 - Quizvraag
Kijk in het stukje onder Landbouw en huizen. Door de landbouw sterven de insecten uit. Hoe komt dat? Noem twee dingen.
Slide 10 - Open vraag
In regel 30 staat: We verdelgen wespen. Wat betekent verdelgen?
A
beschermen
B
doodmaken
C
opjagen
Slide 11 - Quizvraag
Voor wie is het een ramp als er geen insecten meer zouden zijn?