08. Thema 3 - Nieren / Uitscheiding (2) 16-1

Thema 3: De Bloedsomloop
BK: Basisstof 5: Nieren
KGT: Basisstof 4: Uitscheiding
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: De Bloedsomloop
BK: Basisstof 5: Nieren
KGT: Basisstof 4: Uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Vandaag
Planning
Huiswerk controleren
Aan de slag § 3.5
Doelen checken
 Huiswerk opgeven

Planning
Huiswerk controleren
Aan de slag § 3.4 
Doelen checken
 Huiswerk opgeven
BK
KGT
2 min
10 min
25 min
5 min
2 min

Slide 2 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Planning H3
16-1: 
17-1:
23-1:
24-1:
30-1:
31-1:
6-2:
BK
KGT
3.5: 1-3
3.5 af
3.6: 1-4
3.6 af
3.2 af
3.4 af
Toets
3.4: 1-5
3.4 af 
3.5: 1-5
3.5 af
3.6: 1-3
3.6 af
Toets
16-1: 
17-1:
23-1:
24-1:
30-1:
31-1:
6-2:

Slide 3 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 16 januari
Maken § 3.5: 1-3
+
Leren 3.5
+
Nakijken

Maken § 3.4: 1-6
+
Leren 3.4
+
Nakijken


BK
KGT

Slide 4 - Tekstslide

Doel: Nieren / Uitscheiding
  • BK: Je kunt de werking van nieren benoemen.
     
  • KGT: Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 5 - Tekstslide

Tekst
Tekst
Uitscheidingsorganen
Koolstofdioxide en water
medicijnen
alcohol
afvalstoffen
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen

Slide 6 - Sleepvraag

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 7 - Sleepvraag


Wat doen de nieren?
A
Afvalstoffen uit het bloed halen
B
Zuurstof aan het bloed toevoegen
C
Voedingstoffen aan het bloed toevoegen
D
Koolstofdioxide verwijderen

Slide 8 - Quizvraag

Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 9 - Quizvraag


Waar wordt urine verzameld?
A
Nierschors
B
Nierbekken
C
Niermerg
D
in de lever

Slide 10 - Quizvraag

Afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald. Hoe noem je dat proces?
A
schoonmaak
B
filteren
C
dialyse in je lichaam
D
trombose

Slide 11 - Quizvraag

Welke onderdelen filteren
het bloed niet?
A
Nierschors
B
Niermerg
C
Nierbekken en urineleider
D
Nieren filteren geen bloed

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de "zuiveringsinstallaties"
van je lichaam?
A
Lever en maag
B
Lever en nieren
C
Maag en nieren
D
Lever, maag en nieren

Slide 13 - Quizvraag


Hoe heet orgaan nummer 10?
A
slokdarm
B
lever
C
nieren
D
maag

Slide 14 - Quizvraag


De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel
C
orgaan
D
Zenuwstelsel

Slide 15 - Quizvraag

Welk orgaan is het meest getransplanteerd in 2015?
A
Nieren
B
Hart
C
Long
D
Lever

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel urine ontstaat er per dag
in je nieren?
A
5 liter
B
1.5 liter
C
2.5 liter
D
3 liter

Slide 17 - Quizvraag

Welke organen zorgen ervoor dat de alcohol in je lichaam afgebroken wordt?
A
Darmen
B
Lever
C
Nieren
D
Slokdarm

Slide 18 - Quizvraag

Je nieren halen 3 soorten afvalstoffen uit het bloed welke?
A
Oude rode bloedcellen
B
koolstofdioxide
C
giftige stoffen
D
water

Slide 19 - Quizvraag


De nieren liggen.....
A
Laag in de buikholte
B
In het midden van de buikholte
C
Hoog in de buikholte
D
In de borstholte

Slide 20 - Quizvraag

Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten het lichaam zijn gekomen.
Door welke delen zijn de bacteriën achtereenvolgens gekomen?
A
nierbekken - urinebuis – urineblaas – urineleider 
B
urineblaas - urinebuis – urineleider – nierbekken
C
urineleider – urineblaas – urinebuis – nierbekken
D
urinebuis – urineblaas – urineleider – nierbekken

Slide 21 - Quizvraag


Wat zijn de functies van je nieren?
A
Geven een signaal af als je blaas vol is en dan moet je plassen.
B
bloed filteren en urine maken
C
afbreken alcohol en medicijnen
D
opslaan van eiwitten en glucose

Slide 22 - Quizvraag

Urineblaas

Slide 23 - Open vraag

Nierbekken

Slide 24 - Open vraag

Urineleiders

Slide 25 - Open vraag

Nierschors en Niermerg

Slide 26 - Open vraag

Urinebuis

Slide 27 - Open vraag

Nieren

Slide 28 - Open vraag

Doel: Nieren / Uitscheiding
  • BK: Je kunt de werking van nieren benoemen.
     
  • KGT: Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 29 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Het gezuiverde bloed komt via de nierader terecht in de bloedsomloop.
Het bloed behoudt de bloedcellen en voldoende vocht.

Slide 32 - Tekstslide

Zuivering bloed
Samenvatting:

Nierschors en niermerg bevatten filtertjes.

Filteren uit het bloed:                               Filter
* afvalstoffen                                                                 * Bloedcellen kunnen er niet door, blijven in het bloed
* teveel aan vitamines en zouten                         * Water kan heen en weer --> Hoeveelheid vocht in lichaam blijft constant
* allerlei schadelijke stoffen (bestanddelen van medicijnen / giftige stoffen)

Het gezuiverde bloed baat via de nierader terug in de bloedsomloop.

Nierbekken
Bevat alles wat uit het bloed is gehaald.
Via de urineleider wordt het opgeslagen in de blaas. Als de blaas vol is, verlaat het vocht het lichaam via de urinebuis

Slide 33 - Tekstslide