1KBL1 was/were

verleden tijd  'to be'  6.2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

verleden tijd  'to be'  6.2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel: ik kan het werkwoord 'to be' in de verleden tijd gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

let op het verschil: where = waar en were = waren ( verleden tijd van zijn)

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple of to be (2)
  • I - was
  • you - were
  • He/she/it - was
  • We/you/they - were

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple of to be
  • Present simple to be = am / is / are
  • Past simple to be = was / were

  • Past Simple > Iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen. 

Slide 5 - Tekstslide

verleden tijd  - TO BE
let op de uitzondering: YOU > WERE 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Maak 2 ontkennende zinnen. (- negative)
I _______ (to be) late.
They_______(to be) late.

Slide 8 - Open vraag

I


He/She/It
You

We

They
was
Were

Slide 9 - Sleepvraag

Maak een vragende zin met de past simple to be.
(to be) _______ you tired?
(to be) _____ she tired?

Slide 10 - Open vraag

Practice makes perfect
Goodmorning class
Today:

Studybox lesson 2/3 ( p. 228)
Reading: A little trouble in Amsterdam 
Starting your Quizlet unit 6 : 2/3
Finish the quiz!

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel: ik kan het werkwoord 'to be' in de verleden tijd gebruiken

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De past simple van
''to be'' is ...
A
was
B
were
C
was/were
D
are

Slide 14 - Quizvraag

She ... the best singer ever.
A
was
B
were

Slide 15 - Quizvraag

The boys ___ gaming.
A
was
B
were

Slide 16 - Quizvraag


You ... watching a movie last night.
A
was
B
were

Slide 17 - Quizvraag


The girl ... in her room the whole time.
A
was
B
were

Slide 18 - Quizvraag


The children .... very happy to meet him.
A
was
B
were

Slide 19 - Quizvraag

on the next slides
fill in: was or were 

Slide 20 - Tekstslide

He ______ always very nice to me.

Slide 21 - Open vraag

We _________tired when we arrived

Slide 22 - Open vraag

They ________ on the bus when I called

Slide 23 - Open vraag

It ________ cold yesterday

Slide 24 - Open vraag

I, he, she, it
krijgt ...
A
was
B
were

Slide 25 - Quizvraag

In de verleden tijd gebruik ik ... voor het werkwoord 'zijn' (to be)
A
am/are/is
B
was/were

Slide 26 - Quizvraag

you, we, they
krijgt ...
A
was
B
were

Slide 27 - Quizvraag

De verleden tijd van 'to be' ...
A
begin ik te snappen
B
snap ik nu helemaal
C
wil ik nog even mee oefenen
D
snap ik nog niet zo veel van eigenlijk...

Slide 28 - Quizvraag



I hope you had fun bye bye

Slide 29 - Tekstslide