§4: Drogredenen deel 3

Les 10: Drogredenen 3

Programma
  • Herhalen theorie tot nu toe
  • Nakijken huiswerk (5 t/m 9)
  • Oefenen met drogredenen (6 t/m 10)
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 10: Drogredenen 3

Programma
  • Herhalen theorie tot nu toe
  • Nakijken huiswerk (5 t/m 9)
  • Oefenen met drogredenen (6 t/m 10)

Slide 1 - Tekstslide

Dit argument is subjectief
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
moreel
D
vergelijking

Slide 2 - Quizvraag

Dit is een chiasme. Dat heeft meneer Van Leuven namelijk uitgelegd.
A
Feitelijk argument
B
Voorbeeld
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 3 - Quizvraag

Roken moet verboden worden, omdat het slecht voor je gezondheid is.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten

Slide 4 - Quizvraag

Als er in een argumentatie twee of meer losstaande argumenten worden gegeven, dan spreken we van een ... [1 woord] argumentatie

Slide 5 - Open vraag

Roken moet verboden worden, omdat het verslavend is. Want in sigaretten zit nicotine.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten

Slide 6 - Quizvraag

Roken moet verboden worden. Dat kost veel geld en je hebt maar weinig zakgeld.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
D
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Van welk argumentatieschema is hier sprake?
Het wetsvoorstel van De partij van de dieren over de vleestaks zal het wel niet halen. De Eerste Kamer heeft ook het verbod op ritueel slachten tegengehouden.
Dit is een argumentatie op basis van ...

Slide 9 - Open vraag

Uiteenzetten
Betogen
Beschouwen
Activeren
Informeren
Aansporen om iets wel of niet te gaan doen.
Overtuigen, schrijvers mening is de juiste.
Uitleggen
Wie? Wat? Waar? Wanneer? Hoe? 
Iets van meerdere kanten bekijken, lezer bepaalt zelf zijn mening.

Slide 10 - Sleepvraag

Veel ouderen die op een e-bike rijden, hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
A
Overhaaste generalisering
B
Cirkelredenering
C
Onjuist oorzaak-gevolg
D
Ontduiken van de bewijstlast

Slide 11 - Quizvraag

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet?
A
Overhaaste generalisering
B
Stromanredenering
C
Persoonlijke aanval
D
Onjuiste vergelijking

Slide 12 - Quizvraag

God bestaat omdat het in de bijbel staat en wat in de bijbel staat is waar, omdat het Gods woord is.
A
Overhaaste generalisering
B
Emotioneel argument
C
Cirkelredenering
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 13 - Quizvraag

Wat weet jij nu van gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
A
Dreigement
B
Vertekenen van het standpunt
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Persoonlijke aanval

Slide 14 - Quizvraag

Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?
A
Ontduiken van de bewijslast
B
Vals dilemma
C
Vertekenen van het standpunt
D
Persoonlijke aanval

Slide 15 - Quizvraag

De Spanjaarden zullen moeten kiezen tussen een splitsing van het land of een burgeroorlog.
A
Overhaaste generalisering
B
Cirkelredenering
C
Vals dilemma
D
Ontduiken van de bewijslast

Slide 16 - Quizvraag

Ik vind dit een goed plan.
Bent u het niet met mij eens?
Kom dan eerst maar eens met argumenten!

Slide 17 - Open vraag

Pak je huiswerk erbij
blz. 52

Slide 18 - Tekstslide

4.1
A
Onjuist oorzaak-gevolg
B
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
C
Overdrijven van voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 19 - Quizvraag

4.2
A
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
B
Overhaaste generalisatie
C
Vals dilemma
D
Verkeerde vergelijking

Slide 20 - Quizvraag

4.3
A
Onjuist oorzaak-gevolg
B
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
C
Overdrijven van voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 21 - Quizvraag

4.4
A
Cirkelredenering
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Persoonlijke aanval
D
Verkeerde vergelijking

Slide 22 - Quizvraag

4.5
A
Bespelen van het publiek
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Persoonlijke aanval
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 23 - Quizvraag

4.6
A
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Persoonlijke aanval

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht 5
1. Ik merk niets van de opwarming van de aarde. De zogenaamde geleerden die het daar niet mee eens zijn, moeten eerst maar eens met overtuigend bewijs komen. 
  • Ontduiken van de bewijslast
  • Persoonlijke aanval ('zogenaamde')
2. Met het oefenen van veel examens schiet niemand iets op, want het maken van veel examens heeft weinig rendement. 
  • Cirkelredenering
3. Als je nu niet met ons meegaat naar Rome, dan kun je de stad nooit meer in volle glorie zien. 
  • Vals dilemma

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 5
4. Het getuigt bepaald niet van enige intelligentie om zo klakkeloos te geloven wat de regering heeft verklaard. 
  • Bespelen van het publiek
  • (Persoonlijke aanval vind ik ook te verdedigen.)
5. Het is ondoenlijk om bij voetbal zuivere speeltijd in te voeren. Grote sportzenders als Fox en Ziggo vinden dat ook. 
  • Onjuist beroep op autoriteit
6. 'Ik vind een kerstboom tijdens de feestdagen erbij horen.'
    'Ik wist niet dat jij zo weinig voor het milieu overhebt.'
  • Vertekenen van het standpunt

Slide 26 - Tekstslide

Pagina 53 - opgave 6
Welke drogreden is aanwijsbaar in de tekst?
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
C
Overdrijven van voor- of nadelen
D
Ontduiken van de bewijslast

Slide 27 - Quizvraag

Ontduiken van de bewijslast
‘Laten kattenliefhebbers maar aantonen dat het niet erg is.’ (alinea 2)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Opgave 7 - pagina 54
Welke drogreden is aanwijsbaar in de tekst?
'Anything goes. In een wirwar van schotten bewegen toeschouwers zich alsof de wereldkampioenschappen in de weg lopen zijn begonnen.' 
A
Bespelen van het publiek
B
Overdrijven van voor- of nadelen
C
Overhaaste generalisatie
D
Ontduiken van de bewijslast

Slide 30 - Quizvraag

Overdrijven van nadelen
‘Anything goes. In een wirwar van schotten bewegen toeschouwers zich alsof de wereldkampioenschappen in de weg lopen zijn begonnen.’

Slide 31 - Tekstslide

Opgave 8 - pag. 54-55
Welke twee drogredenen zijn aanwijsbaar in alinea 2?
A
A en B
B
A en D
C
C en D
D
E en F

Slide 32 - Quizvraag

Waar heb je ze gevonden? 
A Bespelen van het publiek
  • ‘De sensatie van het aanraken en ruiken van een boek die bij elk boek weer anders is, wil je toch niet missen!’


D Onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
  • ‘Dat contact is soms prettig en inspirerend, soms wat tegenvallend of muf, maar ja, zo zijn wij mensen toch ook, soms prettig, soms onhandig, soms nuffig en soms zelfs heel vervelend, zoals mensen die er schijnbaar een genoegen in scheppen om andermans passie voor iets of iemand af te serveren als ouderwets.’


Slide 33 - Tekstslide

9-1: Welke drogreden is aanwijsbaar in alinea 2?
A
Bespelen van het publiek
B
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
C
Verkeerde vergelijking
D
Ontduiken van de bewijslast

Slide 34 - Quizvraag

Verkeerde vergelijking
‘Ik heb Max Verstappen zijn bezigheden nooit horen verdedigen met de bewering dat de lucht in Monaco te schoon zou zijn, of dat het in Spanje onverdraaglijk stil zou zijn zonder Formule 1.’ 
 

Slide 35 - Tekstslide

9-2: Welke drogreden is aanwijsbaar in de alinea 3?
A
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
B
Verkeerde vergelijking
C
Persoonlijke aanval
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 36 - Quizvraag

Vertekenen van het standpunt 
(= woorden in de mond leggen)
‘Wanneer gaan jagers nu eens gewoon eerlijk zeggen dat ze houden van de geur van bloed en van uitdovend leven? Dat ze zich machtig voelen als ze kunnen beschikken over leven en dood door te schieten op een wezen dat niet terug kan schieten?’ 

Slide 37 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les
Opdracht 10 (blz. 215)

Slide 38 - Tekstslide

Lees de tekst 'Bescherm de vogels' (blz. 53)
En benoem de drogreden die aanwijsbaar is in de tekst.







Markeer ook de drogreden in de tekst!
timer
3:00

Slide 39 - Tekstslide

Lees de tekst 'Postmoderne molen' (p. 54)
En benoem de drogreden die aanwijsbaar is in de tekst.







Markeer ook de drogreden in de tekst!
timer
3:00

Slide 40 - Tekstslide

Lees de tekst 'Het boekenvak' (p. 54-55)
En benoem de twee drogreden die aanwijsbaar zijn in de tekst.







Markeer ook de drogredenen in de tekst!
timer
4:00

Slide 41 - Tekstslide

Lees de tekst 'Geef nou toe, jagen is een wrede hobby' (p. 55)
En benoem de drogredenen die aanwijsbaar zijn in de tekst.







Markeer ook de drogredenen in de tekst!
timer
3:00

Slide 42 - Tekstslide