Thema 1 Verbranding en Ademhaling §1.1 t/m 1.7

Thema 1 
Verbranding en Ademhaling

§1.1 t/m 1.7
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Thema 1 
Verbranding en Ademhaling

§1.1 t/m 1.7

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet er op plek 1?

A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Glucose

Slide 2 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Voor verbranding is altijd een brandstof en zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Wat is die brandstof bij de mens?
A
Suiker
B
Zuurstof
C
Warmte
D
Beweging

Slide 4 - Quizvraag

Wat moet er op plek 2?

A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Glucose

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Bij verbranding ontstaat altijd koolstofdioxide (CO2).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar
Een indicator is een stof waarmee je een andere stof kan aantonen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er met kalkwater als er CO2 bij komt?
A
Verdwijnt
B
Wordt troebel
C
Kleurt rood
D
Niks

Slide 8 - Quizvraag

Welke twee vormen van energie ontstaan bij de verbranding van hout?

Slide 9 - Open vraag

strottenhoofd
bronchiën
longblaasjes
keelholte
luchtpijp
neusholte
longen

Slide 10 - Sleepvraag

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 11 - Sleepvraag

Welk gas gaat er in de longen van het bloed naar de longblaasjes?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmonoxide
D
Stikstof

Slide 12 - Quizvraag

Welk gas wordt in de longblaasjes opgenomen in het bloed?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmonoxide
D
Stikstof

Slide 13 - Quizvraag

Ingeademde lucht bevat veel __1__ en weinig __2__
A
1:Koolstofdioxide 2: Zuurstof
B
1: Zuurstof 2: Koolstofdioxide

Slide 14 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Het strottenklepje sluit de neusholte af als je slikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Een mondademhaling is beter dan een neusademhaling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Vind er in het lichaam meer of minder verbranding plaats als je veel sport?
A
Meer
B
Minder

Slide 17 - Quizvraag


Hoe heet de stof die ervoor zorgt dat er minder zuurstof in je bloed kan worden opgenomen?

A
Teer
B
Koolstofmono-oxide
C
Nicotine
D
Rook

Slide 18 - Quizvraag


Hoe heet de stof in tabaksrook die verslavend werkt?

A
Teer
B
Koolstofmono-oxide
C
Nicotine
D
Rook

Slide 19 - Quizvraag


Wat veroorzaakt kanker?

A
Nicotine
B
Koolstofmono-oxide
C
Teer
D
Rook

Slide 20 - Quizvraag


Wat is passief roken?

A
Je rookt zelf.
B
Je rookt mee met anderen.

Slide 21 - Quizvraag