3h Bedrijvende vorm Lijdende vorm

3 havo Grammatica 
 
Bedrijvende en lijdende zinnen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3 havo Grammatica 
 
Bedrijvende en lijdende zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een bedrijvende en lijdende zin?

Slide 2 - Open vraag

Jara /laat/ de hond /uit.


Wat is het onderwerp? Jara

Jara doet iets-> ze laat de hond uit


Als het ONDERWERP de handeling verricht van het WG noem je de zin BEDRIJVEND of ACTIEF.


Slide 3 - Tekstslide

De hond/ wordt/ door Jara/ uitgelaten.

Het onderwerp ondergaat de handeling (het uitlaten).

Als het ONDERWERP de handeling ondergaat, noemen we de zin LIJDEND of PASSIEF.

Slide 4 - Tekstslide

Omzetten bedrijvend ->lijdend
  • Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
  • Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
  • In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden te staan.

Slide 5 - Tekstslide

Let op!

Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat, moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.


Als je een bedrijvende zin in de voltooide tijd omzet in een lijdende zin, moet je het hulpwerkwoord zijn gebruiken.


De tijd  van de zin moet hetzelfde blijven!


Slide 6 - Tekstslide

De leerlingen volgen deze grammaticales.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 7 - Quizvraag

Herschrijf deze zin in de lijdende vorm: De leerlingen volgen deze grammaticales.

Slide 8 - Open vraag

De minister houdt volgende week weer een nieuwe persconferentie.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 9 - Quizvraag

Herschrijf de zin in de lijdende vorm:
De minister houdt volgende week weer een nieuwe persconferentie

Slide 10 - Open vraag

De online lessen worden door de docenten verzorgd.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 11 - Quizvraag

Maak van deze zin een bedrijvende zin
'De online lessen worden door de docenten verzorgd'

Slide 12 - Open vraag

Is de opdracht nu goed nagekeken?
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 13 - Quizvraag

Via dochterbedrijf Liander beheert het bedrijf het stroomnet in (delen van) Friesland en Gelderland.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 14 - Quizvraag

De grote hoeveelheid afval wordt omgezet in een product dat gebruikt kan worden voor landbouw
A
bedrijvend
B
lijdend

Slide 15 - Quizvraag

In het afgelopen jaar zijn al ruim 2000 elektriciteitshuisjes vervangen door de netbeheerder
A
bedrijvend
B
lijdend

Slide 16 - Quizvraag

De man zal de computer kopen. (o.t.t.t.)
De computer zal door de man gekocht worden. (o.t.t.t.)


De man zou de computer gekocht hebben. (v.v.t.t.)
De computer zou door de man gekocht zijn. (v.v.t.t.)

Slide 17 - Tekstslide

Omzetten lijdend->bedrijvend
  • De doorbepaling wordt het onderwerp.
  • Het onderwerp wordt LV.
  • Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' weg.


Slide 18 - Tekstslide

Inna ontvangt een prijs.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 19 - Quizvraag

De man heeft eindelijk een rode auto gekocht.

Slide 20 - Open vraag

Het jurkje wordt door Simone gekocht.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 21 - Quizvraag

Volgens mij word ik niet serieus genomen door die docent.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 22 - Quizvraag

Snap je hoe je een zin van bedrijvend naar lijdend kunt omzetten?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Hebben jullie nog vragen over deze lesstof?

(Na deze slide nog 2 links met uitleg en in je boek op blz. 115/116)

Slide 24 - Open vraag

Opdrachten van 3.4: 
BV/LV opdr. 3,4,6,7
NWG/WG opdr.10 t/m 13

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link