voltooid deelwoord

Nederlands
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Je leert het voltooid deelwoord spellen. 

Slide 2 - Tekstslide

Blz. 238

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben of zijn.
- Het voltooid deelwoord staat vaak aan het eind van een zin.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 4 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
  • Wie kan uitleggen wat een voltooid deelwoord is?
  • Hoe herken je een voltooid deelwoord?

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is een vorm van een werkwoord. Er moet ook altijd (een vorm van) zijn, worden of hebben in de zin staan.
Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zinnen?


Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zinnen?

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord.

Het voltooid deelwoord staat in de zin samen met de woorden 'hebben, worden en zijn'

Meestal staat er ge-, be- of ver- voor het voltooid deelwoord. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Voltooid deelwoord
geen voltooid deelwoord
gelopen
geslapen
slapen
gedaan
doen
schrijven

Slide 10 - Sleepvraag

persoonsvorm
voltooid deelwoord
fietst
verdenken
geweest
ontsnapt

Slide 11 - Sleepvraag

Werkwoord
Voltooid deelwoord
Gaan
Gegeten
Rijden
Gereden

Slide 12 - Sleepvraag

poetsen
luisteren
Voltooid deelwoord met t

Voltooid deelwoord met d
groeten
rennen
horen
vragen
wandelen
maken
fietsen
pakken
tekenen
leren

Slide 13 - Sleepvraag

Een voltooid deelwoord:
A
is tijdvorm waarbij iets klaar is
B
dan is de pv altijd een vorm van 'zijn, worden of hebben'
C
antwoord A, B en D
D
kan eindigen op een 't', een 'd', een 'n en een 'en'

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
werkwoord
B
de , het , een
C
persoonsvorm
D
zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
Gelopen
B
Verzorgd
C
Gewerkt
D
Worden

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
aankomen
B
groeten
C
gedaan
D
zwemmen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
bedoelt
B
bedoeld
C
zeg
D
sprak

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord?
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
ge-be-her-ver-ont woorden
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord
A
gefietst
B
fietsen
C
fietsten

Slide 20 - Quizvraag

Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk voor Di 16 april
5e lesuur 
M: Opdrachten blz. 238 en 239
Cursus 7 P.11

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag 
Ga aan de slag met de huiswerk opdrachten voor volgende week! 
Al klaar? Steek dan je vinger op. 

Slide 23 - Tekstslide

Dat was het weer voor vandaag! 



Tot volgende week!

Slide 24 - Tekstslide