hfst 9 opg 13 en 14

Welkom
Vrijdag 16 april
Denken jullie nog aan....... Opdracht in Classroom
We gaan behandelen :
  • Opgave 13
  • Eerste opzet Opgave 14
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Vrijdag 16 april
Denken jullie nog aan....... Opdracht in Classroom
We gaan behandelen :
  • Opgave 13
  • Eerste opzet Opgave 14

Slide 1 - Tekstslide

Geef het antwoord op vraag 13b

Slide 2 - Open vraag

Hfst 9 Opgave 13 a

Stap 1: Welke variabele hoort bij de verticale as.
 Hoogte in cm (staat links van = teken)
Stap 2: Welke variabele hoort bij de horizontale as.
 De tijd t in dagen
Stap 3: Kijk hoelang de assen moeten worden.
 Kijk welke waarden t kan aannemen. Bij deze vraag geldt t ≥ 0.
 Hierbij kan je de minimale waarde van de hoogte berekenen.
 De minimale waarde van de hoogte is -10 cm.
 De maximale hoogte is 2 meter, dat is 200 cm.
 Kijk welke eenheid per hokje je neerzet, zodat de grafiek goed overkomt.


Slide 3 - Tekstslide

Ga nu zelf het assenstelsel en de grafiek tekenen.
We gaan eerst kijken welke waarde van t er bij een hoogte van 200 cm hoort.
Opdracht: pak je rekenmachine en zoek een waarde van t die bij  200 cm hoort.
Horizontale as van  0 tot .......
Verticale as van -10 tot 200

Slide 4 - Tekstslide

hoogte in cm
tijd in dagen

Slide 5 - Tekstslide

hoogte in cm
tijd in dagen

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 13 c
Na hoeveel dagen komt het plantje boven de grond uit?


Wanneer de verticale as de waarde 0 heeft, komt het plantje boven de grond uit.
Je kan in de grafiek zien op welke dag hij boven de grond is.


Slide 7 - Tekstslide

Even inzoomen
tijd in dagen
hoogte in cm

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel dagen heeft mei.

Slide 9 - Open vraag

Op welke dag mag je verwachten dat hij 2 meter hoog is.

Slide 10 - Open vraag

Vraag 13 d
Het gaat op 20 mei in de grond en het duurt 70 dagen, d.w.z. 90 dagen vanaf 1 mei. 
Mei heeft 31 dagen (90-31 = 59) We houden 59 dagen over.
Juni heeft 30 dagen: (59 – 30 = 29). Na juni houden we nog 29 dagen over.
Hierdoor kan ze op 29 juli verwachten dat de plant 2 meter is.
Een andere manier is:
Je kan ook meteen vanaf 20 mei rekenen, dan is de berekening van 70-11 =59. We houden 59 dagen over. Juni heeft 30 dagen: (59 – 30 = 29). Na juni houden we nog 29 dagen over voor juli.

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 14
Lees zelf het stukje boven vraag a van opgave 14.

Welke informatie halen we daaruit.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 14 
Stap 1: Welke variabele hoort bij de verticale as.
 Lengte in cm (staat links van = teken)
Stap 2: Welke variabele hoort bij de horizontale as.
 De tijd t in weken
Stap 3: Kijk hoelang de assen moeten worden.
 Kijk welke waarden t kan aannemen. Bij deze vraag geldt t ≥ 0.
 Hierbij kan je de minimale waarde van de hoogte berekenen.
 De minimale waarde van de hoogte is 9 cm.
 De maximale hoogte is 28 cm, in week 22.
 Kijk welke eenheid per hokje je neerzet, zodat de grafiek goed overkomt.

Slide 13 - Tekstslide

Laat de tekening van het assenstelsel bij vraag 14a zien

Slide 14 - Open vraag

Laat de tekening van je grafiek bij vraag 14c zien

Slide 15 - Open vraag

Vraag 14 
t in weken
lengte in cm

Slide 16 - Tekstslide

Hoe heb jij de vragen begrepen?
Kies een smiley.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll