week 46, 2m, K3 Grammatik

Planung

  • Rückblick
  • Uhrzeiten
  • Grammatik
  • Selbständig arbeiten
  • Wortschatz
Dienstag 12. November 2024
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planung

  • Rückblick
  • Uhrzeiten
  • Grammatik
  • Selbständig arbeiten
  • Wortschatz
Dienstag 12. November 2024

Slide 1 - Tekstslide

Hausaufgaben:
Aufgabe 1 bis zum 5 und 7 bis zum 9
Ab Seite 70


Slide 2 - Tekstslide

Lernliste D-N: A Sehen

Heute
einfach
verstehen
die Sprache
wählen
weil



  • vandaag
  • makkelijk
  • begrijpen
  • de taal
  • kiezen
  • omdat 
Aufgabe 2

Slide 3 - Tekstslide

Heute ist es .........
Morgen ist es ..........
Gestern war es .............
In vier Tage ist es .............
............. und ............... = das Wochenende

Slide 4 - Tekstslide

Augabe 4 Stundenplan
Was hast du am ............... die ..........Stunde?
Dann habe ich ...........

Zum Beispiel:
Was hast du am Montag die erste Stunde?
Dann habe ich Deutsch

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aufgabe 8

  1. Um 8 Uhr gehen wir in die Klasse.
  2. Am Montag haben wir neun Stunden.
  3. Den Lehrer für Sozialkunde finde ich nett.
  4. Unsere Lehrerin für Deutsch finden wir super.
  5. Morgen schreiben wir einen Test in Deutsch.
  6. Hast du am Wochenende viele Hausaufgaben gemacht?
  7. Ich muss die Hausaufgaben für Mathe in mein Heft schreiben.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wie spät ist es?
Es ist .....

Slide 10 - Tekstslide

FRAGEN?

Slide 11 - Tekstslide

E: Grammatik

Aan het einde van de les kun je het geslacht van zelfstandig naamwoorden bepalen.

Het is handig om bij de uitleg aantekeningen te maken!

Slide 12 - Tekstslide

Der, die und das
De lidwoorden in het Nederlands:
de en het

worden in het Duits aangegeven met:
der, die und das

Wanneer gebruik je welk lidwoord?


Slide 13 - Tekstslide

Geslacht: der, die of das? 
mannelijk: der 
vrouwelijk: die 
onzijdig: das

meervoud: altijd het lidwoord die 

Hoe kun je weten of een woord der, die of das is? 
Er zijn een aantal regels die je kunt toepassen

Slide 14 - Tekstslide

mannelijk = der
personen en dieren van het mannelijke geslacht 

der Stier, der Wolf, der Hahn
der Vater, der Mann, der Bruder, der Lehrer

Slide 15 - Tekstslide

vrouwelijk = die
dieren/personen van het vrouwelijk geslacht 
die Kuh = de koe
die Lehrerin = de lerares


De meeste woorden die op een -e eindigen zijn vrouwelijk:
die Schule, die Lampe, die Adresse, die Toilette



Slide 16 - Tekstslide

onzijdig = das
  • De meeste woorden waar je "het" voor zet in het Nederlands, zijn in het Duits das. (het boek - das Buch, het huis - das Haus)





Slide 17 - Tekstslide

meervoud = die
Als het om meervoud gaat gebruik je altijd die.
Het maakt dan niet uit of het een mannelijk dier of persoon is.
Bijvoorbeeld: 
der Opa - die Opas
das Tier - die Tiere

Leute en Eltern zijn altijd meervoud

Slide 18 - Tekstslide

Vul het goede lidwoord in van:
Banane
A
der
B
die
C
das
D
geen

Slide 19 - Quizvraag

Vul het goede lidwoord in van:
Haus
A
der
B
die
C
das
D
geen

Slide 20 - Quizvraag

Vul het goede lidwoord in van:
Kinder (mv)
A
der
B
die
C
das
D
geen

Slide 21 - Quizvraag

Vul het goede lidwoord in van:
Bauer (boer)
A
der
B
die
C
das
D
geen

Slide 22 - Quizvraag

Vul het goede lidwoord in van:
Lehrer
A
der
B
die
C
das
D
geen

Slide 23 - Quizvraag

Vul het goede lidwoord in van:
Leute (mv)
A
der
B
die
C
das
D
geen

Slide 24 - Quizvraag

Vul het goede lidwoord in van:
Fenster (raam)
A
der
B
die
C
das
D
geen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Niet eten! Slokje drinken mag.
Niet door de klas heen blijven lopen.
timer
4:30

Slide 27 - Tekstslide

Selbständig arbeiten
Machen:
Aufgabe 17 bis zum 23 und 25 (Ab Seite 82)
(Lernliste Seite 100)
Fertig? Dann Slim Stampen A, B of E, mindestens 80%

Eerste 10 minuten niet praten, geen vragen stellen, daarna is fluisterend overleggen toegestaan en help ik bij vragen.
timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Ga naar www.quizlet.live

Slide 29 - Tekstslide

Hausaufgaben
Machen:
Aufgabe 17 bis zum 23 und 25 (Ab Seite 82)

Lernen: 
Grammatik und Slim Stampen A, B oder E, mindestens 80%

Slide 30 - Tekstslide