Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -overandert de -oin een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat.
Estar wordt gebruikt bij plaatsbepaalingen. Bijv. ik ben in Nederland. Eigenlijk zeg je dan, ik bevind mij in Nederland. Zodra je het werkwoord 'zijn' kan vervangen door 'bevinden' dan weet je dat je estar moet gebrijken.
Bijv. ik ben op school - ik bevind mij op school.
Let op: dit werkwoord draagt accentjes ;)
Oefen: Klik HIER om het ww estar te leren via quilzet
Hay gebruik je zodra je kan zeggen 'er is/ er zijn'.
Bijv. er zijn veel leerlingen in de klas - hay muchos alumnos en la clase.
Zodra je een nummer (1, 2, 3, etc.), een onbepaald lidwoord (un/unos, una/ unas), een hoeveelheidswoord (mucho/ poco/ demasiado, etc) ziet staan, dan gebruik je ook het werkwoord hay.
Oefen: Klik HIER om te oefenen. (scroll een beetje naar beneden om bij de opdracht te komen)
Slide 19 - Tekstslide
Vraagwoorden
Kijk het filmpje op de volgende slide
Oefen: klik HIER om vraagwoorden te leren via quizlet.
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen.
Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen.
Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen.
Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).
Het werkwoord 'llamarse' is een wederkerend werkwoord. Zo een ww kun je herkennen aan de 'SE' achter het woord. Denk hierbij aan het NL - ik was mij, jij wast jou, etc.
'SE' haal je van het ww af en plaats je helemaal naar voren en zet je in de persoon waarin je wil praten. Vervolgens ga je de stam maken door ar/er/ir van het woord af te halen. Het enige wat je dan nog hoeft te doen is het ww in de juiste persoon te zetten door er de juiste uitgang aan vast te plakken.
Oefenen 1 Invulopdr - met ww peinarse (zelfde vervoegingen als bij llamarse)
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.