4M 10.5 De weg die impulsen afleggen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht 

Zelfstandig stil (Zs)

timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Antwoord



P = hersenstam
Q = kleine hersenen

Slide 3 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 5 --> De weg die impulsen afleggen
  • Quizvragen tussendoor
  • Practicum pupilreflex
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 4 - Tekstslide

Regeling
10.1 Het zenuwstelsel
10.2 Zenuwcellen en zenuwen
10.3 Het ruggenmerg
10.4 De hersenen
10.5 De weg die impulsen afleggen
10.6 Het hormoonstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 10.5
  • Je kunt de functies van reflexen noemen en je kunt een reflexboog beschrijven

Slide 6 - Tekstslide

Bewuste beweging (via de hersenen)

Slide 7 - Tekstslide


Dit is een ...
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Zenuw

Slide 8 - Quizvraag

In afbeelding 1 zijn drie typen zenuwcellen schematisch getekend.

Wat is type 3 voor zenuwcel?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelzenuwcel
D
Hersenzenuwcel

Slide 9 - Quizvraag


Dit is een ...
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Zenuw

Slide 10 - Quizvraag

Welke letter stelt een schakelcel voor?
A
A
B
B
C
C

Slide 11 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
7
8
Zintuig -> impuls
Koud water prikkel
Bewustwording
Bewegingszenuw
Gevoelszenuw
Schakelzenuwcellen
Impuls
Impuls naar hersenen

Slide 12 - Sleepvraag

Reflex (onbewuste beweging)
Bewegen zonder dat je je hersenen gebruikt. 
De weg van een reflex = reflexboog

Slide 13 - Tekstslide

Prikkel
Zintuig
Gevoelszenuwcel
Bewegings-zenuwcel
Schakelcellen
Schakelcellen
Schakelcellen
Reactie
Bewuste reactie
De weg van een bewuste reactie en een reflex
Reflex

Slide 14 - Tekstslide

Soorten reflexen

Slide 15 - Tekstslide

Waarom gaat een reflex zo snel?
A
Het impuls hoeft niet naar de hersenen
B
Een reflex krijgt voorrang in de hersenen
C
Een reflex zie je aankomen en daardoor ben je er al klaar voor
D
De afstand is vaak lekker kort

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer word je je bewust van een reflex?
A
Voor je reactie
B
Na je reactie

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Practicum pupilreflex
Blz. 166 boek - in duo's
  • Houd een hand voor één van je ogen. 
  • Haal na een minuut je hand weg van dit oog. 
  • De ander bekijkt wat er gebeurt met de pupilgrootte van beide ogen, meteen na het wegnemen van de hand.
 

  1. Wat verandert er aan de grootte van de pupillen?
  2. Waardoor verandert bij deze proef de grootte van de pupillen?
  3. Is de pupilreflex voor beide ogen gescheiden of valt deze samen? 

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk

Lezen: 10.5
Maken opdracht 1, 2, 4 en 5



Herhalen en/of extra oefenen

Playlist uitlegvideo's


Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen 10.5
  • Je kunt de functies van reflexen noemen en je kunt een reflexboog beschrijven

Slide 21 - Tekstslide

Abdul loopt graag op blote voeten buiten. Op een ochtend trapt hij in een stukje glas. In een reflex trekt hij zijn voet weg. Hij voelt de pijn. Zet de zinnen op de juiste volgorde

1
2
3
4
5
6
7
De bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar de spieren.
De impulsen gaan over op schakelcellen.
De impulsen gaan over van de schakelcellen naar de bewegingszenuwcellen.
De impulsen gaan via gevoelszenuwcellen naar het ruggenmerg.
De spieren trekken samen en de voet gaat omhoog
Er gaan impulsen naar de hersenen waardoor bewustwording optreedt. 
Het stappen in het glas veroorzaakt impulsen in zintuigcellen in de voet.

Slide 22 - Sleepvraag

Beschrijf de route van een impuls bij een bewuste reactie 
zintuigcel
gevoelszenuwcel
centrale zenuwstelsel
(ruggenmerg)

schakelzenuwcellen (1)
hersenen
schakelzenuwcellen (2)
bewegingszenuwcel
spier/klier

Slide 23 - Sleepvraag