HC Steden en burgers - LV 1 - les 1 stadsrechten en stadsbewoners

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze periode
De historische context Steden en burgers 1050-1700.
  • Examenonderwerp.
  • Voortgangstoets.

Toetsing: 
Po deadline 21 januari
  • Toets 12-02:  1.1 en 1.2
  • toets T" 1.1-1.3 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is ons startpunt
  • Het christendom is verspreid door heel Europa. 
  • met aan de randen van Europa de islam
  • Het bestuur is feodaal georganiseerd. Leenmannen maakten van hun leengoed vaak iets overerfbaars, waardoor de macht van de koningen minder was.
  • Veel mensen zijn boer, en weinig mensen hebben vrijheid.
  • De invasies van buitenlandse heersers zijn nagenoeg voorbij.
  • De kerk heeft veel macht.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten tijdvak 4 - hier gaan we naar toe..
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving 
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden 
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie 
16. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
17. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen veranderen en welke dingen blijven hetzelfde?
Tijdvak 3 en 4
Continuiteit en verandering

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen en overeenkomsten
  • Verschil: van vooral boeren, naar steden
  • Verschil: van politieke leiders met weinig macht, naar politieke leiders die streven naar veel macht.
  • Overeenkomst: Religie is nog steeds belangrijk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je weet waar en waardoor in de Nederlanden in de 11e eeuw de bevolkingsgroei versnelde.

Je kan het voorbeelden uitleggen hoe de bevolkingsgroei leiden tot specialisatie en beroepen, handel en de groei en stichting van steden.
Zelf aan de slag

Opdrachten: 
Je kan uitleggen dat steden zelfstandiger worden doordat zij als gevolg van een groeiende economische macht, stadsrechten konden verwerven.

Opdracht: Wie woonden er in de stad en hoe was de sociale gelaagdheid?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil je nu doen?
zelf samenvatten met boek
klassikale uitleg
aan de slag met vragen 1/2/8/10/11
lesopdrachten over de stof.
Antwoord op de leerdoelen zoeken met Lessonup

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door de veranderende landbouw (veel ontginningen, drieslagstelsel, uitvindingen) groeit de bevolking aanzienlijk. 
Enkele gevolgen hiervan:
  1. - heropleving van de handel en ambacht
  2. - ontstaan / groei van steden (mensen van het platteland trekken naar de stad) agragrisch urbane samenleving.
  3. - herstel van de monetaire economie (had enkele eeuwen op een laag pitje gestaan; geld of goud was er eigenlijk alleen bij de (rijke) heren / edelen.

Gevolg voor de Nederlanden: 
Vlaanderen (en Brabant) wordt een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa (Atrecht, Brugge, Gent, Brussel, Antwerpen)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoel
Je kan het voorbeelden uitleggen hoe de bevolkingsgroei leiden tot specialisatie en beroepen, handel en de groei en stichting van steden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kan uitleggen dat steden zelfstandiger worden doordat zij als gevolg van een groeiende economische macht, stadsrechten konden verwerven.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen baas zijn
  • Steden ontstonden in de domeinen van de adel.

  • Veel horigen vertrokken naar de steden.

Wat vonden de heren hiervan?
Dit zijn  de stadsrechten van Arnhem

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsrechten
Stadsrechten
  • Door deze vrijheden kregen marktplaatsen/dorpen stadsrechten
  • Deze krijg van vorsten of hoge edelen
  • Met deze rechten werd een dorp een stad

Steden mochten vanaf dat moment:
  • Zelf zorgen voor hun rechtspraak
  • Een stadsmuur bouwen
  • Eigen belasting heffen (laten betalen) - Tol




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wilde de landheren? (koningen/graven hertogen?

  1. Rijke steden met drukke jaarmarkten- want veel belastinginkomsten.
  2. Trouwe onderdanen die soldaten konden leveren in tijden van nood.
  3. Goed georganiseerde steden die hen steunden in hun strijd tegen de (lagere) adel/
Wat wilden de stedelijke burgers?

  1. Recht op een eigen rechtbank.
  2. Persoonlijke vrijheid
  3. Geweldsmonopolie (tegen de eigen burgers)
  4. Recht om makten te organiseren.
  5. Recht om een stadsmuur te bouwen.
  6. recht op tolheffing
  7. Recht om gilden om te zetten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsrechten van de stad Coevorden

Voorbeelden van stadsrechten
Stadsrechten Coevorden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsrechten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaarmarkten 
Steden organiseerden jaarmarkten, grote markten van soms enkele weken, en stemden die ook op elkaar af.

Kooplieden konden daardoor van de ene markt naar de volgende.

Via Brugge konden spullen uit Italië en Spanje (en dus uit Azië)  via deze jaarmarkten de Lage Landen bereiken.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steden als centrum van hun verzorgingsgebied
Platteland leverde voedsel en grondstoffen. 

Stad verwerkte deze producten en verhandelde de eindproducten verder. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsgebied

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Wie woonden er in de stad?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadslucht maakt vrij
De stad was voor veel mensen een aantrekkelijke woonplaats. 
  • Ze waren er niet onderdanig aan adel of geestelijkheid. 
  • Ze hoefden geen taken te doen en waren ook vrij van andere verplichtingen.
Het hofstelsel raakte dus aan in verval doordat mensen die in een stad woonden nu hun domeinheer niet meer hoefden te gehoorzamen, omdat ze vrij waren van hun verplichtingen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgers in de stad

- Poorter is een historische benaming voor een burger die zich het recht verworven had binnen de poorten van een plaats met stadsrechten te wonen. 
- Men kreeg dit Poorterrecht of burgerschap door zich laten registreren bij een magistraat van de stad. De etymologische oorsprong van ‘Poorter’ ligt niet bij het woord ‘poort’ maar bij het Latijnse woord Portus, wat ‘haven’ betekent.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poorterschap
Voordelen van het poorterschap:
- veiligheid binnen de muren van de stad
- vrijstelling van tol
- toegang tot magistraatsfuncties
Poorters waren bijvoorbeeld handelaar, ambachtsman, herbergier.

Niet iedereen kon  poorter worden
- Vrouwen, ongeschoolde arbeiders, paupers en geestelijken  konden geen poorter worden.

Veel behoefte aan aspirant-poorters door het hoge sterftecijfer in de stad. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De middeleeuwse stad zal ongetwijfeld  een slechtere hygiene hebben gehad dan wij in ons leven gewend zijn. Toch is het aan de andere kant niet zo dat iedereen het afval overal maar vanuit de ramen op straat gooide zoals hier afgebeeld wordt.  Zo hadden veel steden een systeem waarin bijvoorbeeld karren rond gingen om de inhoud van latrines op te halen. (Jawel, we hebben het hier over poep).

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leven in de stad was ongezond

Gevolg: oversterfte
Daarom behoefte aan constante stroom van kapitaalkrachtige en/of kundige aspirant-poorters.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1

Zoek uit wie dit zijn. Teken een bevolkingspiramide

aspirant poorters / poorters / het gemeen / patriciers / gilden/ ambachtslieden / kooplieden / 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsbewoners met macht
Rijke kooplieden binnen de
burgerij met de belangrijkste
functies: patriciërs

Zij gingen soms steeds 
meer op de adel lijken.
Karel V 
Karel V

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sociale verhoudingen

Slide 35 - Tekstslide

immigratie en vereniging
gilden

Slide 36 - Tekstslide

immigratie en vereniging
Leerdoel?
Waarom was Atrecht zo succesvol?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atrecht / Arras

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arras / Atrecht

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De groei start in Artesie:
 (1050)
Artesië en dan met name in de stad Atrecht (Frans: Arras)
Waarom daar?
  1. Resten oude Romeinse stad (infrastructuur)
  2. Bisschopsstad
  3. Vruchtbare bodem voor verbouw broodgraan->voldoende voedsel (ook voor stadsbevolking)
  4. Er worden veel schapen gehouden in het minder vruchtbare kustgebied-> basis lakenindustrie
 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steden & staten: Vlaanderen vs. Italië 



Arras (Atrecht)
Brugge
Gent
Venetië
Genua
Milaan
Florence

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lakenindustrie

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maximumscore 4 Voorbeeld van een juist antwoord is:
- Met de tekst wordt overgebracht dat burgers van Damme inspraak hebben / dat Damme een zelfstandige stad is (wat de stad aantrekkelijk maakt voor aspirant-poorters), wat past bij 'de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden' 2 
- Met de afbeelding van het schip wordt overgebracht dat Damme een levendige (zee)handelsstad is / een economische sterke stad is (wat de stad aantrekkelijk maakt voor aspirant-poorters), wat past bij 'de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van de agrarisch-urbane samenleving'2

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aan het werk!
Samenvatten - blz 8, 9 en 10

maken 1.1: 1/2/8/10/11

Deadline po:
zondag 21 januari, in teams, 23.59

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.17

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.19

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.23

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Om hun economische belangen te beschermen kregen, bevochten en kochten stedelingen zelfbestuur in de vorm van stadsrechten. Vanwege hun marktfunctie vertakte het netwerk tussen die steden en het verzorgingsgebied zich steeds fijner. Om zichzelf in stand te houden had de stad een constante toestroom nodig van kapitaalkrachtige of kundige aspirant-poorters. 

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu:
- Bedenk push en pull factoren van Atrecht en Brugge
- Waarom waren dit aantrekkelijke steden?
- Waarom uiteindelijk niet meer?
- leer de ka's / check je opdracht

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Opdracht 1: (tweetal) Knip de begrippen en hun betekenis uit en leg ze bij elkaar. Leg ze in de bevolkingspiramides.
Opdracht 2 : individueel maak de opdracht over de 4 steden met behulp van je boek
Opdracht 3: individueel maak de supernelle samenvatting
Opdracht 4: maak opdrachten uit je boek
Tijdlijn?

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies