spelling: woorden met -d of -t

Aan het eind van de les kun je:
  • woorden spellen die eindigen op: 
-d of -t   
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolMiddelbare schoolGroep 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Aan het eind van de les kun je:
  • woorden spellen die eindigen op: 
-d of -t   

Slide 1 - Tekstslide

Noem 4 woorden die eindigen op een -d

Slide 2 - Woordweb

Noem 4 woorden die eindigen op een -t

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Slide 5 - Link

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

d of t aan het eind?
frie...
Schrijf het hele woord op.

Slide 8 - Open vraag

Wat moet je doen om te weten te komen of je het woord met een ‘d’ of ‘t’ aan het einde schrijft?
A
Luisteren, hoor je een ‘t’ dan schrijf je een ‘t’.
B
Het zijn weetwoorden, je moet het gewoon weten
C
Je moet het woord langer maken
D
Als het rijmt op rond, schrijf je altijd een ‘d’.

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven.
Let op -d of -t aan het eind van het woord.
Maak het woord eerst langer.
A
agent
B
zijstraat
C
bospad
D
paart

Slide 10 - Quizvraag

d of t aan het eind?
gebi...
Schrijf het hele woord op.

Slide 11 - Open vraag

Bij welke woorden hoor je allemaal de klank t maar schrijf je een d ?
A
stad, honderd,bed
B
honderd,spannend, feestdag
C
honderd, schuifdeur,bed,
D
luchtbed,boottocht, roofdier

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven.
Let op -d of -t aan het eind van het woord.
Maak het woord eerst langer.
A
agent
B
zijstraat
C
bospad
D
paart

Slide 13 - Quizvraag

d of t aan het eind?
armban...
Schrijf het hele woord op.

Slide 14 - Open vraag

Welk woord is fout geschreven.
Let op de -d of -t aan het eind van het woord.
Maak het woord eerst langer.
A
jachthond
B
fietsbant
C
stoeprand
D
boekenkast

Slide 15 - Quizvraag

-d
-t
Sleep het plaatje naar het goede vak. 
Maak het woord eerst langer. 

Slide 16 - Sleepvraag

d of t aan het eind?
gezon...
Schrijf het hele woord op.

Slide 17 - Open vraag

d of t aan het eind?
paar...
Schrijf het hele woord op.

Slide 18 - Open vraag

Spelling paragraaf 3
via je laptop
laatste letter -d of -t
Klaar?
Smartrekenen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide