drugs

Drugs
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Drugs

Slide 1 - Tekstslide

Woordweb
Schrijf alle drugssoorten op die je kent. 
Probeer zo goed mogelijk onderscheid te maken tussen harddrugs en softdrugs

Slide 2 - Tekstslide

Welke twee stofjes komen vrij bij het gebruik van de meesten drugs?

Slide 3 - Tekstslide

Dopamine: Beloningshormoon
Serotine: Gelukshormoon

Slide 4 - Tekstslide

Serotine
Alcohol en XTC hebben vooral een negatieve werking op je hoeveelheid serotine. 
Je voelt je gelukkiger tijdens gebruik van deze middelen, maar deze middelen gebruiken je gehele voorraad aan serotine. Zodra het effect is uitgewerkt voel jij je dus slecht. 
Waardoor je vaak weer meer wilt gebruikten. 

Slide 5 - Tekstslide

Serotine
Een tekort aan serotonine kan tot een depressie leiden. Je voelt je dan somber, moe en lusteloos en ervaart geen plezier aan dingen die je normaal gesproken wel leuk vindt.

Slide 6 - Tekstslide

Dopamine
Overlevingsmechanismen
Genieten van eten, seks en sigaretten.
Hersenen leren dus die dopaminelevels belangrijk zijn voor ons overleven, dus gaan we het meer doen. 


Slide 7 - Tekstslide

Gewenning van Dopamine
Geen enkel ander natuurlijk middel bereikt hetzelfde level aan dopamine.
Je brein went aan het level en gaat dit dus als ''normaal'' en ''noodzakelijk'' zien. 
Je hebt dus steeds meer dopamine nodig om ergens echt van te kunnen genieten. Je raakt dus verslaafd aan die dopamine en wil het middel steeds meer gebruiken. 

Slide 8 - Tekstslide

Dopamineverslaafd
Omdat je steeds meer nodig hebt, ga je ook meer gebruiken. De gevolgen hangen natuurlijk af van het middel. Alcohol, eten, seks, drugs. 

Maar er is nog een ander iets, wat enorm verslavend is. 

Slide 9 - Tekstslide

Het middel
Het middel is namelijk genormaliseerd en maakt dagelijks bij nagenoeg iedereen veel dopamine aan.
Dit middel maakt ook een ander stofje aan, namelijk GABA. Van dit stofje worden je hersenen sloom.
Dus naast verslavend, maakt dit middel je hersenen ook slomer. Waardoor jij er dus slomer van wordt. 

Slide 10 - Tekstslide

Het middel
Dit middel verandert elke keer dat je het gebruikt/pakt de neurotransmitters in je hersenen. Dit verbruikt elke keer weer energie. Wanneer die energie is gebruikt, kan je diezelfde energie dus niet meer ergens anders voor gebruiken. 

Slide 11 - Tekstslide

Indrukken per dag
Je hersenen zijn elke dag bezig om alle indrukken van de gehele dag te verwerken. 
Door het middel wat we gebruiken maken onze hersenen overuren. Kunnen we alle indrukken niet verwerken wat weer een effect heeft op onze nachtrust, die wordt gemiddeld gezien korter, wat weer leidt tot minder energie, futloosheid en zelfs depressies met alle gevolgen van dien. 

Slide 12 - Tekstslide

Social media en de telefoon
Je raad het al, het middel is je telefoon en sociale media. 
Gemiddeld gezien pakken we per dag 250x onze telefoon. Onze hersenen hebben circa 1 minuut nodig om zich weer te focussen op hetgeen wat je aan het doen was.
1 x 250 minuten = 250 minuten =  4 uren en 10 minuten dat je dus eigenlijk per dag niks aan het doen bent. 

Slide 13 - Tekstslide

Verslaving
Alle sociale media is zo ontworpen dat je bezig blijft, dat je per like, per nieuwe tiktok extra dopamine krijgt. Je lichaam vraagt steeds om meer, je blijft dus continu met je telefoon bezig. 

Uit onderzoek blijkt dat een telefoonverslaving op gelijke voet gezet kan worden als een cocaïne probleem als het gaat om de dopamine trigger. 

Slide 14 - Tekstslide

Iemand zijn cocaïne telefoon terug?

Slide 15 - Tekstslide

Wist je dit?
Wist je wat de gevolgen kunnen zijn van een structureel overschot aan dopamine?

Slide 16 - Tekstslide