Handbal

Handbal
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Handbal

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat weet je van de sport handbal?

Slide 3 - Woordweb

Het veld
Het speelveld is 20 x 40 meter

Het doelgebied mag alleen betreden worden door de doelverdediger.
  • Doelverdediger mag de bal met elk lichaamsdeel stoppen.
  • Geen terugspeelbal
  • Loopregel geldt niet in het doelgebied voor de doelverdediger
  • Verdediger expres in doelgebied? --> 7 meter worp.
  • Aanvaller in doelgebied? --> vrije worp.
  • Aanvaller scoort met afzet in doelgebied? --> doelpunt telt niet.


Slide 4 - Tekstslide

De spelers
  • Elke ploeg bestaat uit maximaal 14 spelers.
  • 6 veldspelers en 1 doelverdediger mogen tegelijk in het veld.
  • Tijdens de wedstrijd mogen de wisselspelers op elk ogenblik en onbeperkt het speelveld betreden, op voorwaarde dat de te verwisselen spelers het speelveld in de wisselzone verlaten hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Uitlegvideo's Handbal

Slide 6 - Tekstslide

Met hoeveel spelers
start elk team in het veld?
A
6 spelers
B
7 spelers
C
8 spelers
D
14 spelers

Slide 7 - Quizvraag

Tot welke lijn mag een veldspeler komen om te score?

Slide 8 - Sleepvraag

Hoeveel stappen mag
een speler met de bal
zetten?
A
Niet
B
1
C
3
D
Zoveel als je wilt

Slide 9 - Quizvraag

Mag een veldspeler
de bal met de voeten
raken?
A
B

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel seconde mag een speler de bal vast houden?
A
zo lang als je wilt
B
3
C
5
D
10

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je te lang
met de bal in de handen
staat?
A
Strafworp voor tegenstander
B
Vrije worp voor de tegenstander
C
Niets, dat mag gewoon

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de
aanvaller met de voet in de
cirkel komt?
A
Strafworp voor tegenstander
B
Vrije worp voor de tegenstander
C
Niets, dat mag gewoon

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de
verdediger met de voet in
de cirkel komt?
A
Strafworp voor tegenstander
B
Vrije worp voor de tegenstander
C
Niets, dat mag gewoon

Slide 14 - Quizvraag

Mag je bij handbal terug
spelen naar de keeper
A
Nee, dat mag nooit
B
Ja, dat mag altijd
C
Ja, alleen als de keeper buiten de cirkel staat

Slide 15 - Quizvraag

Mag je dribbelen (tippen)
met handballen?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 16 - Quizvraag

Je mag lopen met de bal.
Je mag de bal niet langer dan 3 seconden vast houden.
De bal mag het onderbeen/voet niet raken.
Je mag met de bal in je handen 5 stappen zetten.
Met de bal in beide handen 3 passen maken.
Tippen = het herhaaldelijk stuiteren op de grond.
Waar?
Niet waar?

Slide 17 - Sleepvraag

De beginworp
  • De beginworp mag pas worden uitgevoerd nadat de scheidsrechter heeft gefloten.
  • Diegene die de beginworp zal uitvoeren moet met één voet op het middelpunt van het veld staan.
  • Je medespelers mogen niet over de middenlijn komen voordat jij de pas gegeven hebt.

Slide 18 - Tekstslide

De inworp

  • De inworp wordt genomen wanneer de bal uit is gegaan.
  • Je moet een pas geven naar een medespeler.
  • De pas wordt gegeven met één voet op de zijlijn.
  • De tegenpartij moet op drie meter afstand staan.

Slide 19 - Tekstslide

De vrije worp
  • Vrije worp wordt genomen op of buiten de 9-meterlijn.
  • Drie meter afstand voor de tegenpartij.
  • Je moet wachten op het fluitsignaal wanneer er een gele kaart is gegeven, anders kan de vrije worp gewoon direct genomen worden.
  • Al je teamgenoten moeten uit de 9-meter zone zijn.
  • Je kan ofwel een pas geven naar iemand van je eigen ploeg of een shot naar doel. Je mag niet gaan lopen of dribbelen met de bal.

Slide 20 - Tekstslide

Bij een vrije worp mag je: (meerdere antwoorden zijn juist)
A
Gelijk dribbelen met de bal
B
Lopen met de bal in je hand
C
Passen naar een medespeler
D
Gelijk schieten op het doel

Slide 21 - Quizvraag

Gooien bij handbal

Gooien:
  • Arm hoog - Minimaal hoek van 90 graden
  • Andere schouder indraaien
  • Rechtshandigen zetten linker been voor (en andersom)
  • Bal nawijzen

Vangen:
  • Handen achter de bal 
  • Vingers gespreid 
  • Handen naast elkaar 
  • Meeveren met de bal


Slide 22 - Tekstslide

Sprongschot

  • Links rechts links(of rechts
links rechts)
  • Arm hoog 
  • Schouder indraaien 
  • Omhoog springen

Slide 23 - Tekstslide

Positiespel
In aanval onderscheiden we 3 soorten spelers : de hoekspelers, de opbouwers en de cirkel- spelers.

Slide 24 - Tekstslide

6-0 opstelling verdedigen

De spelers staan in een enkele lijn en verplaatsen ze zich als groep of als muur. Het doel van deze manier van verdedigen is dat er geen open ruimtes gecreëerd worden die hun doel kwetsbaar zouden kunnen maken.

Slide 25 - Tekstslide

5 - 1 Opstelling verdedigend
  • Hoekverdedigers.
De hoekverdedigers zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor de eigen hoekaanvaller. 

  • Uitstapverdedigers.
De uitstapverdedigers hebben als belangrijke taak het scoren van de buitenopbouwspelers te voorkomen. Zij schermen de aanspeellijn naar de cirkelspeler af als deze zich binnen de te verdedigen ruimte bevindt.

  • Middenachterverdediger.
De midachter is verantwoordelijk voor het afschermen van de cirkelspeler in het midden van de cirkel.
  • Middenvoorverdediger.
De midvoor is verantwoordelijk voor de middenopbouwspeler. 

Slide 26 - Tekstslide