SEMANA 2 - MARTES 7-1-25

SEMANA 51- MARTES 17-12-24
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

SEMANA 51- MARTES 17-12-24

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Feliz año nuevo!
¡¡¡Feliz año nuevo!!!!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN

ZICH VOORSTELLEN AAN ELKAAR

PRATEN OVER JE FAMILIE

SUCCESCRITERIA


Je kunt eenvoudige informatie over jezelf vertellen in het Spaans, bijv, hoe je heet, waar je woont, hoe oud je bent, wat je leuk vindt.

Je leer nieuwe woordenschat over de familie.

Je weet de volgende woorden in het Spaans;
moeder,vader,broer,zus, opa, oma, mijn/tu.

Je leert de bepaalde en onbepaalde lidwoorden in het Spaans.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:30
ESCRIBE EN TU CUADERNO

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke woorden
ken je al in het Spaans
over 'familie'

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

LIBRO DE TEXTO PG. 32
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling van ser en tener, twee korte leesteksten, woordenschat rond familia inclusief stamboom, lidwoorden (enkelvoud en meervoud), persoonlijke vragen (schriftelijk beantwoorden) en een luisterfragment. 
EL ÁRBOL GENEALÓGICO
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TOMA TU LAPTOP 
ABRE MAGISTER ->AGENDA DE HOY

PRACTICA LAS PALABRAS EN STUDYGO:



https://studygo.com/nl/learn/groups/340402/join?key=66ca3ad
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRACTICA LAS PALABRAS
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN

ZICH VOORSTELLEN AAN ELKAAR

PRATEN OVER JE FAMILIE

SUCCESCRITERIA


Je kunt eenvoudige informatie over jezelf vertellen in het Spaans, bijv, hoe je heet, waar je woont, hoe oud je bent, wat je leuk vindt.

Je leer nieuwe woordenschat over de familie.

Je weet de volgende woorden in het Spaans;
moeder,vader,broer,zus, opa, oma, mijn/tu.

Je leert de bepaalde en onbepaalde lidwoorden in het Spaans.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies