Brugklas les 1 week 12
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een bijvoeglijknaamwoord in het Frans
Slide 4 - Woordweb
Als het zelfstandignaamwoord vrouwelijk is komt er een ...... bij het bijvoeglijknaamwoord
A
e
B
es
C
s
D
-
Slide 5 - Quizvraag
Als het zelfstandignaamwoord mannelijk meervoud is komt er een ...... bij het bijvoeglijknaamwoord
A
e
B
es
C
s
D
-
Slide 6 - Quizvraag
Als er al een e staat bij het bijvoeglijknaamwoord en het is vrouwelijk komt er een e bij.
A
Vrai
B
Faux
Slide 7 - Quizvraag
Le garçon est beau.
La fille est beaue
La fille est beaue
A
Vrai
B
Faux
Slide 8 - Quizvraag
Il est vieux.
Elle est vieille.
Elle est vieille.
A
Vrai
B
Faux
Slide 9 - Quizvraag
Vertaal: Het kleine meisje.
La _______ fille.
La _______ fille.
timer
1:00
Slide 10 - Open vraag
Vertaal: De grote auto's.
Les _________ voitures.
Les _________ voitures.
timer
1:00
Slide 11 - Open vraag
Vertaal: de blauwe broek.
Le jean _________.
Le jean _________.
timer
1:00
