WOORDSOORTEN TOETS BLOK 6
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Heb jij gezeild op de Friese meren?
Heb jij gezeild op de Friese meren?
A
jij
B
gezeild
C
Friese
D
meren
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Heb jij gezeild op de Friese meren?
Heb jij gezeild op de Friese meren?
A
jij
B
gezeild
C
Friese
D
meren
Slide 3 - Quizvraag
hulpwerkwoord?
Heb jij gezeild op de Friese meren?
Heb jij gezeild op de Friese meren?
A
jij
B
gezeild
C
heb
D
meren
Slide 4 - Quizvraag
Voltooid deelwoord
Heb jij gezeild op de Friese meren?
Heb jij gezeild op de Friese meren?
A
jij
B
gezeild
C
heb
D
meren
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
zelfstandig naamwoord?
Gisteren ben ik langs de Zeeuwse kust gevaren.
Gisteren ben ik langs de Zeeuwse kust gevaren.
A
kust
B
gevaren
C
ik
D
Zeeuwse
Slide 7 - Quizvraag
Bijvoeglijk naamwoord
Gisteren ben ik langs de Zeeuwse kust gevaren.
Gisteren ben ik langs de Zeeuwse kust gevaren.
A
kust
B
Zeeuwse
C
gisteren
D
gevaren
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
HULPWERKWOORD
Hij is eerste geworden met de grote slalom
Hij is eerste geworden met de grote slalom
A
Hij
B
is
C
geworden
D
met
Slide 10 - Quizvraag
Zelfstandig naamwoord
Hij is eerste geworden met de grote slalom
Hij is eerste geworden met de grote slalom
A
Hij
B
is
C
grote
D
slalom
Slide 11 - Quizvraag
VOLTOOID DEELWOORD
Hij is eerste geworden met de grote slalom.
Hij is eerste geworden met de grote slalom.
A
Hij
B
eerste
C
is
D
geworden
