Normen en waarden in onze samenleving

Samenleven: De anderen en ik

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Samenleven: De anderen en ik

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik en uitwerking foto opdracht (10 min.)
 - Individuele schrijfopdracht: Wat vind ik belangrijk en waarom? (15 min.)
- Paragraaf 1 en 2 zelfstandig nalezen (5 min.)
- Taboespel (10 min.)
- Vragen over voorbereiding presentatie (5 min.)
- Taken verdelen  en planning maken (10 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je kunnen aan het einde van de les?
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een norm en een waarde aan de hand van een zelfgemaakte foto
  • Ik kan drie waarden uitkiezen die ik belangrijk vind en aan mijn klasgenoot uitleggen waarom
  • Ik weet wat een mensbeeld is en ken drie voorbeelden van mensbeelden uit mijn hoofd. (havo)
  • Ik weet wat “uniek zijn” betekent en kan uitleggen wat mij zelf uniek maakt.
  • Ik weet wat het verschil is tussen lichamelijke gezondheid en geestelijke gezondheid en kan minstens drie voorbeelden geven van lichamelijke zorg en geestelijke zorg
  • Ik kan een voorbeeld geven van waarden die in een bepaalde situatie met elkaar kunnen botsen (havo) 

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn normen en waarden?

Waarden
Waarden zijn idealen waarvan we vinden dat we ze zouden moeten nastreven. Voorbeelden van waarden zijn gelijkheid en vrijheid. 
Normen
Normen zijn gedragsregels die bijvoorbeeld zijn vastgelegd in de wet. Ze zijn de verbinding tussen waarden en hoe je je moet gedragen. Een waarde is bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, een norm die daarbij hoort is dat je mag zeggen wat je wil zonder dat je daarvoor gestraft wordt. 

Slide 4 - Tekstslide

Foto opdracht
Schrijf op welke waarden jij het belangrijkst vindt die je in de volgende foto's voorbij ziet komen. 
Schrijf ook op welke waarden je mist.

Slide 5 - Tekstslide

Wachten 
Waarden: Geduld, verantwoordelijkheid

Norm: Wachten tot iedereen is uitgestapt, rekening houden met mensen met een beperking.

Slide 6 - Tekstslide

Afval
  • Waarde: respect voor het milieu
  • Norm: Je gooit geen afval op straat


Slide 7 - Tekstslide

Op bezoek bij oma
  • Waarden: Respect voor ouderen, zorgzaamheid, verantwoordelijkheid.
  • Norm: Bij je opa of oma op bezoek gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk maken
Waarden: Ontwikkeling, gehoorzaamheid

Norm: Huiswerk maken voor school

Slide 9 - Tekstslide

Drinken aanbieden
  • Waarde: Gastvrijheid
  • Norm: Iets te drinken aanbieden als iemand op bezoek komt.

Slide 10 - Tekstslide

Waarde: respect voor dieren
Norm: Je slaat je huisdier niet

Slide 11 - Tekstslide

Gevarieerd eten
Waarde: Gezondheid

Norm: Je eet niet iedere dag patat

Slide 12 - Tekstslide

Staan waar je wil
Waarden: Vrijheid, veiligheid, verdraagzaamheid

Normen: Geen geweld plegen, meningen van anderen accepteren, op alle openbare plaatsen welkom zijn

Slide 13 - Tekstslide

Deur openhouden
Waarden: Beleefdheid, behulzaamheid

Norm:
De deur voor iemand openhouden als iemand ergens voor het eerst komt.

Slide 14 - Tekstslide

Botsende waarden
Twee voorbeelden:
1. Vertrouwen en veiligheid
2. Vrijheid van meningsuiting en gelijkwaardigheid

Slide 15 - Tekstslide

Individuele schrijfopdracht
Schrijf in 5 minuten drie waarden op die jij erg belangrijk vindt en leg uit waarom. Geef antwoord op de vraag waarom jij vindt dat juist deze waarden onmisbaar zijn in de samenleving.

Extra uitdaging: Schrijf op welke waarden er met de waarden die jij belangrijk vindt zouden kunnen botsen. 

Slide 16 - Tekstslide

Bespreking schrijfopdracht
Vergelijk de waarden die jij belangrijk vindt met degene die naast je zit. (ongeveer 5 min.)
Zitten er waarden tussen die jij ook belangrijk vindt of juist helemaal niet? Waarom vindt de ander deze waarden belangrijk? Sluiten de waarden elkaar uit? Ga in gesprek!

Tot slot: klassikale bespreking van de uitkomsten (5 min.)

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg taboespel
- Kijk nog eens naar de begrippen in paragraaf 1 en 2. Wat betekenen ze? (5 min.)

- Een iemand in de klas krijgt een briefje met een woord en moet duidelijk maken om welk woord het gaat binnen de tijd! 
- Probeer zoveel mogelijk woorden te raden en schrijf de betekenis op in je schrift.

Slide 18 - Tekstslide

timer
1:30
Uitbeelden
Tekenen
Omschrijven

Slide 19 - Tekstslide

Vragen over de presentatie
Opmerkingen vooraf:
- Zorg dat je hoe dan ook ingeschreven staat
- Lees de eisen van de presentatie goed door!
- Trek tijdig aan de bel als de samenwerking niet lekker loopt.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbereiding presentatie
1. Kies een onderwerp uit.

2. Verdeel de taken met behulp van het schema.

3. Maak een planning met behulp van het schema. 

4. Als je een vraag hebt steek dan een vinger op.

Slide 21 - Tekstslide

Succes met het voorbereiden van de presentatie P1c!

Slide 22 - Tekstslide