Paragraaf 7.2

Hoofdstuk 7 Nederland handelsland
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 Nederland handelsland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Herhalen de stof van de vorige les
  2.  Nieuwe stof behandelen
  3. Huiswerk opgeven
  4. Werken aan huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen theorie vorige les
  1. Wat is ook al weer import en export?
  2. Wat zijn protectiemaatregelen?
  3. Wat doet de Europese Centrale Bank?
  4. Wat is ook al weer wederuitvoer?
  5. Hoe bereken je de import of exportquote?
  6. Wat is het verschil tussen een open en een gesloten economie?
  7. Waarom moeten wij producten importeren?
  8. Wanneer heb je een overschot op de betalingsbalans? 

Slide 3 - Tekstslide

Theorie van paragraaf 7.2
Zorg dat je aantekening maakt als je denkt dat je het niet weet. Aan het einde van de les:
1. Weet je welke afspraken er binnen de Europese Unie zijn.
2. Weet je ook waarom er verschillen zijn tussen EU landen.
3. Weet je wat precies de taken van de ECB zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Interne markt
  • Lidstaten horen bij de EU.
  • Economische samenwerking 
  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

INTERNE MARKT

Slide 5 - Tekstslide

Europese monetaire unie
EMU
  • Eurozone
  • zelfde als de EU?


Binnen de EU is een Europese Monetaire Unie (EMU) opgericht.​



Het doel van de EMU is om één gezamenlijke munt (de euro) in de EU te gebruiken. ​



De Blauwe landen hebben de euro als wettig betaalmiddel (eurozone)
Europese Monetaire Unie (EMU)

Slide 6 - Tekstslide

Europese monetaire unie
EMU
  • Eurozone
  • zelfde als de EU?


De handel tussen landen gaat een stuk makkelijker als ze allemaal dezelfde munt gebruiken. ​

 

Omdat:​

  • je de prijs van producten dan beter met elkaar vergelijken ​
  • je dan geen kosten hebt voor het omwisselen van valuta. 
Één munt

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer mag je bij de EMU?
  • De inflatie is niet hoger dan 1,5% dan het gemiddelde van de 3 EU-landen met de laatste inflatie 

  • Begrotingstekort is niet hoger dan 3% van het bbp 

  • Totale schuld van de overheid is lager van 60% van het bbp 

Wanneer mag je bij de EMU?

Slide 8 - Tekstslide

ECB
Taken van de ECB

  • De waarde van de euro bewaken
  • De hoogte van de rente vaststellen die de banken moeten betalen 
  • Nieuwe bankbiljetten in omloop brengen 


EUROPESE CENTRALE BANK (ECB)

Slide 9 - Tekstslide

Burgers van de EU mogen vrij reizen en wonen binnen de EU?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een Amerikaanse toerist vliegt met de KLM naar Nederland. Dit is voor Nederland:
A
Export, want wij leveren diensten aan het buitenland
B
Export, want er gaan personen naar het buitenland
C
Import, want het buitenland levert diensten aan ons
D
Import, want er komen personen naar ons land

Slide 11 - Quizvraag

In een land met een gesloten economie zorgt de export voor veel werkgelegenheid
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Een land met een open economie heeft naar verhouding veel export en import
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

In een land met een open economie hebben consumenten een ruimere keuze uit producten
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Welke afspraken zijn er binnen de EU? (denk aan vrijhandel)

Slide 15 - Open vraag

Welke verschillen zijn er tussen de EU landen?

Slide 16 - Open vraag

Hoe probeert de Europese regering dat te veranderen?

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn taken van de ECB?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag
Wat: Maken paragraaf 7.2
Wie: Individueel
Hoe: Stilte (mits je een vraag hebt)
Vraag?: Stel hem eerst aan je buurman/buurvrouw
Tijd: 15 minuten


Slide 19 - Tekstslide