In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nask
Wat heb je vandaag nodig?
Pen
Nask schrift
Nask boek A
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Herhaling 4.1 (5 min)
Uitleg 4.2 (10 min)
Theorie 4.2 blz. 131 - 133 in Handboek lezen
opdrachten 4.2 maken (15 min)
Nakijken Opdrachten 4.1 + 4.2
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Programma
Herhaling 5.1 (5 min)
Maken opdrachten 4 .1 (15 min)
Klaar? Probeer stroomkring te maken met 2 lampjes en een schakelaar.
Nakijken opdrachten 4.1 (7 min)
Uitleg 4 .2 (10 min)
Opdrachten 4.2 maken
Filmpje bekijken over schrikdraad
Theorie 4.2 blz. 131 - 133 in Handboek lezen
Opdrachten 4.2 maken
Slide 4 - Tekstslide
Geef 2 voorbeelden van geleiders.
Slide 5 - Open vraag
Geef 2 voorbeelden van isolatoren.
Slide 6 - Open vraag
Welke onderdelen heb je nodig om een lampje te laten branden?
Slide 7 - Open vraag
Reken om: 285 mA = .... A
A
2850
B
28,5
C
0,285
D
285000
Slide 8 - Quizvraag
Programma
Herhaling 5.1 (5 min)
Maken opdrachten 4 .1 (15 min)
Klaar? Probeer stroomkring te maken met 2 lampjes en een schakelaar.
Nakijken opdrachten 4.1 (7 min)
Uitleg 4 .2 (10 min)
Opdrachten 4.2 maken
Filmpje bekijken over schrikdraad
Theorie 4.2 blz. 131 - 133 in Handboek lezen
Opdrachten 4.2 maken
Slide 9 - Tekstslide
Programma
Herhaling 5.1 (5 min)
Nakijken huiswerk 5.1 (7 min)
Uitleg 4.2 (10 min)
Proef 1 uitvoeren
Klaar met proef 1?
Theorie 4.2 blz. 131 - 133 in Handboek lezen
Opdrachten 4.2 maken
Slide 10 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag leren?
Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen.
Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
Je kunt beschrijven wat je nodig hebt om apparaten die op een lagere spanning werken op een stopcontact te kunnen aansluiten.
Je kunt van enkele veelvoorkomende spanningsbronnen aangeven of deze veilig of onveilig zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
4.2 Spanningsbronnen
Wat zijn spanningsbronnen?
Batterij
Accu
Stopcontact
Dynamo
Elke spanningsbron heeft zijn eigen spanning.
Spanning meet je in Volt, met een Voltmeter of spanningsmeter
Slide 15 - Tekstslide
Verschillende spanningsbronnen
stopcontact
netspanning
230 V
accu (auto)
24 V
1,5 V
3,0 V
0 tot 6 V
12 V
Slide 16 - Tekstslide
Recyclen batterijen
Batterijen bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu (nikkel, kobalt, koper). Daarom horen baterijen bij kca (klein chemisch afval)
Herbruikbare batterijen zijn minder slecht voor het milieu. Waarom?
Slide 17 - Tekstslide
Recyclen batterijen
Batterijen bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu. Daarom horen baterijen bij kca (klein chemisch afval)
Herbruikbare batterijen zijn minder slecht voor het milieu. Waarom? Ze gaan veel langer mee, je kunt ze steeds opnieuw opladen.
Je hebt een transformator nodig om veel apparaten (die op een lagere spanning werken) op het stopcontact te kunnen aansluiten.
Slide 18 - Tekstslide
Spanning
Spanning (ballon)
Condensator: gedraagt zich net zo als een ballon.
Je kunt een condensator opladen door er lading in op te slaan. De spanning loopt dan op tot er geen lading meer bij kan.
Condensatoren worden veel gebruikt in elektronica om onderdelen te beschermen tegen snelle spanningsveranderingen.
Condensatoren zijn niet geschikt om er apparaten op te laten werken omdat het geen constante spanning levert. Als je een lampje aansluit op een condensator, geeft hij steeds minder licht en gaat al snel uit.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Waaruit bestaat een gesloten stroomkring?
A
spanningsbron-stroomdraden-lamp-
B
spanningsbron-lamp
C
spanningsbron-stroomdraden
D
spanningsbron
Slide 21 - Quizvraag
Wat is géén spanningsbron?
A
Stopcontact
B
Batterij
C
Accu
D
Lampje
Slide 22 - Quizvraag
welk onderdeel levert elektriciteit?
A
stroomdraden
B
spanningsbron
C
lamp
D
schakelaar
Slide 23 - Quizvraag
Ampère staat voor
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte
Slide 24 - Quizvraag
Eenheid van spanning
A
Ampere
B
Watt
C
Volt
Slide 25 - Quizvraag
6 batterijen van 1,5 V worden op de juiste manier in serie geschakeld. dit levert een spanning op van:
A
0 V
B
1,5 V
C
4,5 V
D
9 V
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Programma
Theorie 4.2 blz. 131 - 133 in Handboek lezen
opdrachten 4.2 maken (1 t/m 8) (15 min)
Nakijken Opdrachten 4.1 + 4.2
Slide 29 - Tekstslide
https:
Slide 30 - Link
www.freezeray.com
Slide 31 - Link
Programma
Herhaling 5.1 (5 min)
Nakijken huiswerk 5.1 (7 min)
Uitleg 4.2 (10 min)
Proef 1 uitvoeren
Klaar met proef 1?
Theorie 4.2 blz. 131 - 133 in Handboek lezen
Opdrachten 4.2 maken
Slide 32 - Tekstslide
Welkom bij Nask
Wat heb je vandaag nodig?
Pen
Nask schrift
Nask boek A
Laptop (ga naar Lessonup!)
Telefoons in de Telefoontas!
Slide 33 - Tekstslide
Programma
Deel 2 Uitleg 5.2 (5 min)
Nakijken huiswerk 5.2 (7 min)
Proef 1 + 2 uitvoeren
Klaar met proef 1 + 2?
Theorie 5.3 in Handboek lezen
Opdrachten 5.3 maken
Slide 34 - Tekstslide
Stroom vervoert energie
Hoeveelheid energie hangt af
van de stroomsterkte (A)
van de spanning (V)
Spanning Stroom
pompt stroom vervoert energie
geeft energie
Slide 35 - Tekstslide
Spanning en stroom
Stroom (A):
aantal tankauto's per uur
Spanning (V)
hoeveel benzine zit er
in de tankauto
Slide 36 - Tekstslide
Batterijen in serie (pluspool van ene batterij tegen minpool van andere batterij leggen): spanning bij elkaar optellen
Slide 37 - Tekstslide
In welke eenheid wordt de spanning gemeten?
Slide 38 - Open vraag
Hoe moet je batterijen schakelen zodat je de spanningen bij elkaar kunt optellen?
Slide 39 - Open vraag
Geef 2 voorbeelden van spanningsbronnen.
Slide 40 - Open vraag
Wat ga je nu doen?
Lezen theorie 5.1 blz. 126 - 128
Opdrachten 5.1 maken (20 min)
Mavo: Maak opgave 1 t/m 8
Havo: Maak opgave 1 t/m 8 + 10 + 11
Volgende week ma 8 mrt of di 9 mrt: Toets H3 (zie Magister)