Les 4: richting einde/toets

Volgende week: toets(je)

  • De grammatica van achterin je boekje kennen: pagina 71 tm 73.
  • Romeinse cijfers (pagina 13)
  • De namen van de Griekse en Romeinse goden, wat hun functie was en waaraan je ze kan herkennen.
  • Het Griekse alfabet
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Volgende week: toets(je)

  • De grammatica van achterin je boekje kennen: pagina 71 tm 73.
  • Romeinse cijfers (pagina 13)
  • De namen van de Griekse en Romeinse goden, wat hun functie was en waaraan je ze kan herkennen.
  • Het Griekse alfabet

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:

  • De goden
  • tekst p. 37
  • Dagelijks leven in Rome
  • Grieks alfabet

Slide 2 - Tekstslide

De goden
Overzicht p. 29

Slide 3 - Tekstslide

Tekst p 37

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica

  • Uitbreiding: gebruik accusativus

Slide 5 - Tekstslide

Voor welke zinsfunctie gebruikt het Latijn de accusativus?
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel van het gezegde
C
persoonsvorm
D
lijdend voorwerp

Slide 6 - Quizvraag

Grammatica

Venus dea est.
Videt deum.
Deum videt apud silvam
dea: godin
videt: hij/zij/het ziet
deus, deum: god
apud: bij
silva, silvam: bos

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zou je de zin vertalen?
Deum videt apud silvam

Slide 8 - Open vraag

Deum videt apud silvam.
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
A
deum
B
videt
C
apud
D
silvam

Slide 9 - Quizvraag

Deum videt apud silvam
Silvam staat ook in de accusativus. Waarom zou dat zijn?
A
Omdat het ook lijdend voorwerp is
B
Omdat het achter 'apud' staat

Slide 10 - Quizvraag

naamval
functie
pater
avus
nominativus
1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel        van het gezegde
pater
avus
accusativus
1. lijdend voorwerp
2. na een voorzetsel (+acc.)
patrem
avum
Naamvallen en functies: aanvulling

Slide 11 - Tekstslide

Dagelijks leven
Romeinse huizen: p. 52
Hygiëne: p. 55

Slide 12 - Tekstslide

Domus
Impluvium: waarom?
Wat zie je bij de ingang?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hygiëne
Stromend water / riool
Stank in de stad: afval, uitwerpselen, industrie, lijken en lijkverbranding

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Αλφαβετ

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen
Opdrachten op pagain 49 en 50

Slide 18 - Tekstslide

Welk Nederlands woord staat hier in Griekse letters geschreven:
βιοσλοογ
A
bioloog
B
biologie
C
biologisch
D
bioscoop

Slide 19 - Quizvraag

Welke god(in) staat hier geschreven?
Ζευς

Slide 20 - Open vraag

Welke god(in) staat hier geschreven?
Ποσειδον

Slide 21 - Open vraag

Welke god(in) staat hier geschreven?
Αρτεμις

Slide 22 - Open vraag

Bij welk antwoord staat αργος in hoofdletters?
A
Αρχαι
B
Αρες
C
Αρια
D
Αργος

Slide 23 - Quizvraag

Bij welk antwoord staat ΜΥΘΟΣ in kleine letters?
A
μιτρα
B
μιτος
C
μυθος
D
μυθρα

Slide 24 - Quizvraag

Wat staat hier?
Σιμσαλαβιμ

Slide 25 - Open vraag

Wat staat hier?
Γριεκενλανδ

Slide 26 - Open vraag

Wat staat hier?
Γυμναςιον

Slide 27 - Open vraag

Wat staat hier?
Βραβαντ

Slide 28 - Open vraag

Wat staat hier?
φιλοσοφος

Slide 29 - Open vraag